Het natuurgebied Ter Borg bij Sellingen is voor mij een plek van oneindige verrassingen en onmetelijke inspiratie. Keer op keer raak ik betoverd door de heide, de donkere vennen en de grimmige bomen.*
In het zuidoosten van de provincie Groningen ligt Westerwolde. Héél lang geleden bestond Westerwolde uit niets dan leegte. Hier, in het grote niets, was de natuur de baas. Dappere dieren en planten konden overleven, maar het gebied was niet voor de mens gemaakt. Het moeras was donker, dreigend en ongenaakbaar. Dit hoogveengebied strekte zich uit over tig duizenden hectares en werd het ‘Bourtangermoeras’ genoemd. In het westen lag de Hondsrug en in het oosten stroomde de Eems, en daartussen niets dan een oorverdovende stilte.
Inmiddels is het immense Bourtangermoeras bijna geheel verdwenen. Al vanaf de Middeleeuwen werd er begonnen met het ontginnen van het veenlandschap, en vanaf de negentiende eeuw gebeurde dit op grote schaal. Alleen in Westerwolde is een gedeelte van de ‘woeste gronden’ bewaard gebleven. In de buurt van het esdorpje Sellingen ligt het natuurgebied Ter Borg, dat zich kenmerkt door een uitgestrekt heidelandschap. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat je in Drenthe bent, maar niets is minder waar.
Ter Borg is één van mijn favoriete plekken. Keer op keer raak ik betoverd door de heide, de donkere vennen, de grimmige bomen. In het natuurgebied lijk je mijlenver verwijderd van de bewoonde wereld. Hier ben je één met de natuur. Ter Borg betekent voor mij onmetelijke inspiratie.
Het gebied toont ieder seizoen een compleet nieuw gezicht. In de zomer vind je in Ter Borg een weelde aan groene, paarse en blauwe kleuren. Nu ben ik er op een vroege zondagmorgen in de winter. Ter Borg is verstild. De mist is nog niet opgetrokken en de bomen en planten zijn bedekt met een dikke laag rijp. De wereld is klein en mysterieus – en heel erg wit.
Ik gooi een houten hekje open en steek een wildrooster over. Het is misschien beter om dit gebied links te laten liggen als je bang bent voor grote dieren: je deelt het wandelpad namelijk met een paar loslopende Schotse Hooglanders. Je weet wel, van die prachtige roodbruine, langharige en gehoornde koeien. De Hooglanders toonden echter totaal geen interesse in mensen: ze zijn veel te druk met het opeten van stekelige bramenstruiken.
Ooit bestond dit gebied dus uit oneindig uitgestrekte heidevelden, maar in de jaren dertig van de vorige eeuw werd besloten deze ‘woeste gronden’ te beplanten met naaldbomen, zodat er nog wat inkomsten uitgehaald zouden kunnen worden. Een productiebos was het gevolg. In de jaren zeventig werd dit bos aangewezen als natuurgebied. Binnen het bosgebied is er nog 35 hectare heideveld bewaard gebleven, het grootste aaneengesloten heideveld van Groningen. Inmiddels staat dit gebied onder toezicht van Staatsbosbeheer, dat het productiebos deels probeert om te vormen tot natuurbos.
Naast het natuurgebied ligt het eeuwenoude gehucht Ter Borg, waar het lijkt alsof de moderne tijd nog niet is gearriveerd. Aan een klein en kronkelend straatje staat een viertal enorme boerderijen, waarvan drie een monumentale status bezitten. Een eindje verderop, aan een fietspad, staat nog een vijfde boerderij. De boerderijen liggen aan het mooie riviertje de Ruiten Aa. Rondom het gehucht liggen akkers en houtwallen en sommige eikenbomen zijn wel tweehonderd jaar oud.
Op het erf van één van de boerderijen staat een zeventiende-eeuwse schaapskooi. Het is een schilderachtig plaatje. Staatsbosbeheer heeft enkele jaren terug een schaapskudde geherintroduceerd om het heideveld open te houden, waardoor de schaapskooi weer daadwerkelijk in gebruik is.
Ter Borg is één van vele gehuchten in de gemeente Vlagtwedde. Vlagtwedde kent maar liefst zestig dorpen, gehuchten en streken en kan daarmee best landelijk recordhouder zijn. Wegens de bossen, moerassen en drassige heidevelden in Westerwolde ontstonden eeuwen geleden geïsoleerde dorpjes en gehuchten. Die zijn er nog steeds, hoewel de meesten uit niet veel meer dan een handjevol boerderijen bestaan. Toch hebben al deze plaatsjes een eigen plaatsnaambord gekregen van de gemeente Vlagtwedde.
Zo ook Ter Borg. Maar met Ter Borg is er iets bijzonders aan de hand. Dit gehucht is maar liefst vijf eeuwen bewoond geweest door één en dezelfde familie: de familie Ter Borg. De erven van twee van de vier boerderijen te Ter Borg zijn dan ook vijftien generaties lang (!) bewoond geweest door leden van deze familie. De andere twee boerderijen zijn later gebouwd – ook door en voor dezelfde familie Ter Borg. Na het overlijden van de broers Jurjen en Aike Ter Borg, die beiden geen nakomelingen hadden, werd er in 1964 een stichting opgericht die enkele van de boerderijen verhuurt en ook de honderd hectare land verpacht dat tot de boerderijen behoort. Met de opbrengst hiervan worden beide boerderijen, de omliggende landbouwgronden en het natuurgebied onderhouden.
De familie Ter Borg stond eeuwenlang bekend als een invloedrijk Westerwolds geslacht. De eerste vaste bewoner van Ter Borg was Albert ter Borg, in de vijftiende eeuw. Hij heeft zichzelf vernoemd naar het gehucht, dat blijkbaar al Ter Borg heette voor zijn komst. Ergens in het midden van de zestiende eeuw werd een tweede erf gesticht door nakomelingen van Albert. Zo kabbelde het leven in het afgelegen Ter Borg rustig voort, terwijl iedere generatie natuurlijk voor- en tegenslagen kende. Er kwamen uiteindelijk nog twee boerderijen bij. Over het algemeen kan gezegd worden dat de leden van de familie toonaangevende rollen gespeeld hebben in de lokale samenleving. Af en toe trouwde een dochter met een boer uit de buurt; het kon dan voorkomen dat die boer de achternaam ‘op ter Borg’ kreeg als hij besloot naar Ter Borg te verhuizen. Diens kinderen gingen dan ook weer Ter Borg heetten.
De twee oudste erven zijn die aan de Borgerweg 1 en 3. De boerderij aan de Borgerweg 3 is een (zeldzame) Westerwoldse boerderij uit 1826 en die aan de Borgerweg 1 een Oldambtster boerderij uit 1878. De andere twee boerderijen zijn ook van Oldambtster type. Ik loop door het straatje en staar met open mond naar de kapitale boerderijen: wat zijn ze mooi! En zo goed onderhouden, dat ze rechtstreeks uit een Openlucht Museum lijken te komen.
Via een eenzaam paadje laat ik Ter Borg achter me. De aarde kraakt onder mijn voeten. Het is echt een Winter Wonderland. Ik weet dat ik nog eens terug moet keren en op zoek moet gaan naar de Joodse begraafplaats van Ter Borg. Volgens de overlevering bevindt er zich een Joodse begraafplaats ergens midden in het woeste natuurgebied. Hoewel volgens sommige bronnen het betreffende perceeltje duidelijk herkenbaar is (het ligt wat hoger in het veld en is omringd door oude eikenbomen), bestaat er veel onduidelijkheid over. Er staan geen grafstenen. De familie Ter Borg heeft het perceel bewust onaangeroerd gelaten, waardoor het onbekend is of er daadwerkelijk iemand begraven ligt.
Dat is het geheimzinnige van Ter Borg – elke keer ontvouwen de natuur en de geschiedenis weer één van hun mysteriën, waardoor je nooit uitgekeken raakt en blijft terugkomen. Ik tenminste wel.
*Dit verhaal is een aangepaste versie van een artikel dat eerder gepubliceerd is in Terra Westerwolda (jaargang 5, nummer 1, juli 2016).
Bronnen
Houting, E., K.R. de Poel en H. Vrijer. Westerwolde: over het landschap en de dorpen. Leeuwarden: Noordboek, 2014.
Pinxterhuis, R. Erf aan de A. Leeuwarden: Noordboek, 2012.
www.staatsbosbeheer.nl
© Sanne Meijer, 2016.