De provincie Groningen kent talloze gehuchten met de meest komische en verbazingwekkende namen. In mijn verhalenserie ‘Grappige Groninger Gehuchten’ ga ik op zoek naar deze verborgen schatten.
Ik weet niet hoe dat met u zit, maar bij de naam ‘Bombay’ denk ik over het algemeen aan India. Mijn voorstellingsvermogen linkt ‘Bombay’ aan een enorm grote en onvoorstelbaar drukke miljoenenstad. Een stad waar het warm is, waar armoede heerst en waar geen lucht is. Bij ‘Bombay’ denk ik niet aan een klein, groen, vrolijk gehucht op Groninger platteland. Toch ligt er een Bombay in het Westerkwartier.
Iets ten westen van de weg tussen Grootegast en Lutjegast, vlakbij de Gronings-Friese grens, ligt een soort ‘niemandsland’. Het landschap is hier bijzonder uitgestrekt en ook dunbevolkt: ik fiets enkel nog langs gehuchten. Die hebben de meest wonderlijke namen, zoals ‘Peebos’ en ‘Dorp’. Maar ik ben op zoek naar een gehucht met een nóg gekkere naam. Ik weet dat ik er vanzelf kom als ik het mooie watertje de ‘Doezumertocht’ blijf volgen. Ik fiets over een smal paadje langs het water. Op een eenzame plek in het verder lege polderlandschap, maakt de Doezumertocht opeens een hoek van negentig graden. Precies in de hoek ligt een grote waterplas. Er loopt een klein weggetje omheen, dat ‘Bombaij’ heet. Ook op het plaatsnaambordje staat ‘De Bombay’ (spreek uit: de Bombaai). Ik ben er!
Het gehuchtje bestaat uit enkele huizen en boerderijen. Ooit heette het hier ‘de Uithorn’ (de Uithoek), maar die naam is sinds de jaren zestig in onbruik geraakt. Want zeg nou zelf: ‘De Bombay’ is toch veel spannender? Hoe dan ook, het gehuchtje ‘de Bombay’ is vernoemd naar de omliggende polder ‘Bombay’, die haar naam weer ontleent aan de molen ‘Bombay’ die hier aan het einde van de negentiende eeuw verrees.
In het kort: de naam is afkomstig van een molen. De molen is er (gedeeltelijk) nog steeds, op plek waar de Doezumertocht de bocht van negentig graden maakt. Ooit kwamen op deze plek de Doezumertocht en het vroegere Kolonelsdiep bij elkaar. Molen ‘De Bombay’ werd in 1878 opgebouwd om de omliggende polder te bemalen. De onderdelen kwamen uit Zuid-Holland. Na een roedebreuk in 1931 werd de molen alweer onttakeld. Eerst kwam er een gemaal met ruwoliemotor voor in de plaats, en later een elektromotor. De molen heeft er wel nog decennialang gestaan, trots uitkijkend over het mooie open landschap. De prachtige ligging is niet de enige reden dat de molen niet afgebroken werd: de molen heeft namelijk een, voor Groningen, uniek gietijzeren scheprad. Uiteindelijk werd de molen in 1998 toch flink aangepakt en omgebouwd tot woonhuis. De Molendatabase schrijft: “hierdoor is de molenromp wel zo grondig aangepakt […], dat de historische waarde van deze molenromp bijna geheel is vernietigd.”
Maar waarom heten de molen, polder en het gehucht nu eigenlijk ‘De Bombay’? Vanwaar die exotische naam? Dat is erg moeilijk te zeggen. Waarschijnlijk is de naam een verwijzing naar de ‘Bomsterzijlvest’: een inmiddels verdwenen waterschap in deze hoek van de provincie. Maar: het zou ook best mogelijk kunnen zijn dat de naam verwijst naar de afgelegen locatie: een plek ‘ver weg’, net als Bombay in India. Puffend op mijn fiets moet ik namelijk toegeven dat De Bombay in het Westerkwartier ook een beetje een prachtige ‘verweggistan’ is.
Bronnen
Hommes, A. “Bombay: coulissen of grote waterplas”. Dagblad van het Noorden, 20 juli 2005, p.14.
Molendatabase. “Polder de Bombay / De Bombay, Doezum.” Via http://www.molendatabase.org/molendb.php?step=details&nummer=378.