Groningen is een échte wandelprovincie. Gelukkig maar, want we wandelen meer dan ooit. Vanaf nu kun je onze prachtige provincie ook ontdekken met behulp van het wandelnetwerk Groningen. Dit netwerk bestaat uit ruim 2.500 kilometer aan de mooiste en meest verrassende wandelpaden. Van 24 maart tot en met 1 april 2021 publiceer ik élke doordeweekse dag een leuke -door mij samengestelde- wandelroute mét blog. Veel wandelplezier!
Start- en finish: Kerk (Torenstraat 12, Sellingen)
Knooppunten (wandelnetwerk): 8 – 9 – 3 – 4 – 89 – 87 – 86 – 48 – 61 – 62 – 63 – 64 – 66 – 7 – 8
Route op de kaart: Klik hier
Afstand: 11 km
Soundtrack: Lex Koopman – Genoadeloos
Westerwolde. Hier kom ik vandaan. Een gebied waar de oneindige vergezichten van Groningen plaatsmaken voor kleine akkers en houtwallen, golvende heidevelden en mysterieuze bossen. Hier heb ik al best veel voetstappen liggen en dit is één van mijn favoriete rondjes.
Moeras en oerbos
Héél lang geleden bestond Westerwolde uit niets dan leegte. Hier was de natuur de baas. Het moeras was donker en dreigend en strekte zich uit over tig duizenden hectares. In het westen lag de Hondsrug en in het oosten stroomde de Eems, en daartussen niets dan de oorverdovende stilte van het genadeloze ‘Bourtangermoeras’. Westerwolde bleef tot de vroege middeleeuwen onbewoond en zou tot de negentiende eeuw één van de meest geïsoleerde gebieden van West-Europa blijven.
Wel stonden er bomen. Veel bomen. Met hun wortels in de koude, natte grond. Een groot deel van dat donkere, hoge dennenbos is inmiddels verdwenen. In 1897 schreef een bewoner van het gebied: “De tijd, dat eekhoorntjes van Onstwedde tot Ter Apel van den eenen boom op den anderen konden springen, zonder den grond te raken, is echter reeds lang voorbij.” Toch is Westerwolde nog steeds het meest bosrijke gebied van Groningen. Een eindje verderop liggen zelfs een paar oerbossen, zoals het Metbroekbos en het Lieftinghsbroekbos. Mijn wandeling brengt me langs de bossen van Sellingen. Ik kan een uitstapje naar het Theater van de Natuur niet weerstaan. Het kleinste theater van Nederland geeft me elke keer weer een verrassende privé voorstelling. Dit keer zie ik fladderende vogels en groene bladeren die zacht meedeinen op de wind.
Ontginning
Dan loop ik verder langs de Ruiten Aa, een meanderende beek die met recht wordt gezien als de ruggengraat van Westerwolde. Want weet je nog, dat moeras? Daar stroomde al heel lang geleden een watertje doorheen. De Ruiten Aa dus. Daaromheen ontstond een beekdal van zandgronden – en daar konden mensen op wonen. Veel bewegingsruimte hadden ze niet: het moeras omsloot hen volledig. De vervening van de twintigste eeuw maakten daar een einde aan.
In de jaren twintig werd een begin gemaakt met de ontginning van de woeste gronden van Westerwolde. De dichte bossen moesten plaatsmaken voor uitgestrekte landbouwgronden. Bomen werden gekapt, het veen afgegraven. Het was zwaar werk, maar de werkloze arbeiders waren min of meer gedwongen deel te nemen. Dit werkverschaffingsproject kwam bekend te staan als ‘De Hel van Jipsinghuizen’: onder loodzware omstandigheden werden acht grote gebieden rondom Jipsinghuizen ontgonnen, en werd er een kanalennetwerk aangelegd. Door de aanleg van kanalen kwam de waterhuishouding een beetje op orde en werden bepaalde plekken bewoonbaar. Er ontstonden streekdorpen en streekgehuchten langs de randen van de veengebieden. Namen als ‘Lauderzwarteveen’ en ‘Zuidveld’ herinneren aan de geschiedenis van dit gebied.
Toch is er een gedeelte van de ‘woeste gronden’ bewaard gebleven. Het natuurgebied Ter Borg kenmerkt zich door een groen-met-paars heidelandschap met hoge dennenbomen, grote Schotse Hooglanders en glinsterende vennetjes. Ik kom hier vaak, maar elke keer ben ik weer betoverd door de sfeer van andere tijden. Een eindje verderop wordt dat gevoel versterkt door natuurgebied De Poststruiken. Hier ligt een zeldzame pingoruïne: een cirkelvormige laagte uit de laatste ijstijd, die door de inwoners van Sellingen als ijsbaan wordt gebruikt als het stevig vriest.
Heksen en essen
Ik loop verder richting het buurtje ‘Slangenborg’, een naam die mij als kind schrik aanjoeg. Nog steeds denk ik met enig ongemak aan de adder, de enige gifslang in Nederland, die sinds een paar jaren weer in het gebied rond kronkelt. Toen Westerwolde nog een eenzaam moerasgebied was, vertelden omwonenden elkaar eeuwenlang verhalen over de mysterieuze wezens die daar in het duister huisden. Er bestaan talloze volksverhalen over grote zwarte honden, witte juffers en geniepige heksen.
Slangenborg maakt plaats voor het Ruiten-Aa-kanaal, een overblijfsel uit de tijd van de ontginning. Vervolgens loop ik via de Zuidelijke Esweg terug naar het dorp Sellingen. Sellingen, dat door Groningers uitgesproken wordt als een zangerig Zèlng, is een esdorp. In het midden van het dorp is nog steeds een brink te vinden. Daar stonden vroeger een paar boerderijen omheen. Rondom die bebouwing lagen dan de essen: de gemeenschappelijke akkerbouwgronden. Daaromheen lagen dan weer hooilanden en weilanden en dáárbuiten uiteindelijk weer – altijd weer – die woeste gronden.
Westerwolde is een tijdmachine die heel af en toe een glimp van lang vervlogen tijden toont.
© Sanne Meijer, 2021
Deze serie wandelroutes en blogs kwam tot stand in samenwerking met het Routebureau Groningen en Visit Groningen. Meer informatie over het wandelnetwerk? Bekijk dan dit filmpje!