Halloween vraagt natuurlijk om een spookverhaal! Gelukkig hebben we die meer dan genoeg in Groningen. Zoals dit verhaal over het zeewiefke van ‘t Aeilsgat. Griezelen op z’n Grunnegs!
Vlak achter de dijk bij Oudeschip ligt het Aeilsgat, in vroeger tijden ‘Mechailtjekolk’ geheten. Het lijkt nu een stille, vredige plek – maar niets is minder waar. De diepten van de kolk zijn ondoorgrondelijk. De kolk is ontstaan toen de dijken doorbraken tijdens de Kerstvloed van 1717. Door de overstroming kwam er ook een ‘zeewiefke’, een zeemeermin, in de kolk terecht. Toen de dijken weer heropgebouwd werden, kon het zeewiefke geen kant meer op. Dat maakte haar erg boos. Inmiddels zwemt ze alweer drie eeuwen rond in de kolk, zinnend op wraak.
De tied is ter heer
Zoals een zeewiefke betaamt, brengt ze af en toe het hoofd van een jongeman op hol. Lang geleden, op een stille avond, klonk een zangerige stem uit de kolk: “De tied is ter heer, mor de man is ter nait”. Vlak daarna kwam Aailt (Eilt) eraan op zijn paardenkar. De jonge boer kwam in volle vaart op de kolk af, keek niet op of om en verdween in het water. Niemand heeft ooit meer wat van hem vernomen.
Jaren later was het wederom raak. Freerk, een boerenknecht, liep op een avond langs de kolk. Hij had het verhaal talloze keren gehoord: in de kolk zou een zeemeermin zitten die iedere zeven jaar een jongeman liet verdrinken. Voetje voor voetje schuifelde hij langs het water. Toen hoorde hij duidelijk een stem: “De tijd is er wel, maar de man is er niet”. Freerk bleef van schrik stokstijf stil staan. Opeens hoorde hij het onmisbare gekletter van paardenhoeven. Freerk zag een ruiter te paard aan komen stormen. Het schuim stond het paard om de bek, zo hard galoppeerde het richting de kolk. De ruiter keek niet om, en reed recht op de kolk af. Het duurde maar even – en toen waren de ruiter en zijn paard onder het wateroppervlak verdwenen. Het werd weer muisstil. Freerk rende naar huis en vertelde wat hij had gezien. De ruiter in kwestie zou ene Mechail (Michiel) zijn geweest, een telg uit het Elema-geslacht. De kolk zou onder buurtbewoners dan ook bekend komen te staan als de Mechailtjekolk.
Over dit verhaal
In Groningen bestaan vele volksverhalen. Over vliegende boerenkarren bijvoorbeeld, maar ook over duivels en heksen. Soms zijn die verhalen eeuwenlang mond-op-mond doorgegeven alvorens ze werden opgeschreven. Omdat zo’n verhaal al die jaren door vertellers werd ‘gedragen’, is zo’n verhaal nooit hetzelfde gebleven. Dat is nou juist zo leuk. Ook van dit verhaal zijn meerdere versies opgetekend, op verschillende plekken en tijden en in verschillende publicaties. Het gedeelte over Freerk en de ruiter Mechail is vrij zeldzaam. Het is te lezen in het tijdschrift Het Noorden in Woord en Beeld uit 1927. De vertelster was mevrouw Pijper-Hofstee uit Zijldijk, die de 80 al was gepasseerd toen ze het verhaal enkele jaren eerder aan folkloriste Line Huizenga-Onnekes overdroeg.
De zeemeermin van Oudeschip is overigens een bekend figuur in de regio. In 1886 werd de zeemeermin opgenomen in het wapen van de gemeente Uithuizermeeden, in 1979 van de daaropvolgende gemeente Hefshuizen en in 1992 van de gemeente Eemsmond. In en om Uithuizermeeden is de zeemeermin door de eeuwen heen veelvuldig verbeeld.
© Sanne Meijer, 2021