Ongeveer een jaar geleden was Groningen in de ban van de wolf – u weet het vast nog wel. Het beest was afkomstig uit een roedel uit de regio Hamburg-Bremen, maar had besloten wat meer van de wereld te zien en de grens met Nederland over te steken. Via Drenthe huppelde hij naar de provincie Groningen, waar hij onder meer Hoogezand en Kolham aandeed. Maar dit was niet de eerste keer dat er een wolf werd gesignaleerd in Groningen.
De wolf die vorig jaar door Nederland wandelde was verrassend goed gevoed en bleek ook niet erg schuw, volgens Wolven in Nederland. Na zijn zwerftocht via Drenthe en Groningen werd het arme beest doodgereden in Duitsland. Binnenkort zal hij opgezet te zien zijn in Naturalis, Leiden. Hieronder een filmpje van de wolf in de Eemshaven.
Herinnert u zich deze knappe vent nog? Deze wolf zwierf in maart 2015 maar liefst vier dagen door Noord Nederland!
In de jaren tachtig tekenden alle Europese landen de Conventie van Bern, waarbij de wolf tot een beschermde diersoort werd gemaakt. Inmiddels is het dier bezig met een opmars. In Duitsland, en met name in het aan Groningen grenzende Niedersachsen, wonen nu redelijk wat wolvenroedels. Ook struinen er tientallen solitaire wolven door Duitsland (‘lone wolfes’).
De vorige keer dat er met zekerheid een (levende) wolf werd gespot in Nederland, was in 1897. Ook toen was dit een zeldzaamheid – want waar mensen ooit ontzag hadden voor wolven, zijn zij hen in de loop der tijd gaan zien als een bedreiging. Wolven bleken een gevaar voor vee en inkomsten. Als gevolg ontstonden er georganiseerde wolvenjachten. Door deze vervolgingen verdween de wolf in principe al in achttiende en negentiende eeuw uit ons land.
Vorig jaar was de wolf dus even terug in Nederland. Maar het was niet de eerste keer dat er wolven in Groningen te vinden waren. Uit oude bronnen blijkt dat er in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw regelmatig een wolf of een roedel wolven opdook in de provincie Groningen. Zo is er documentatie te vinden over wolvenjachten in het Westerkwartier, het Oldambt en Westerwolde.
In het Westerkwartier hoefde de wolf niet dood. Boeren joegen de wolven weg van hun land en dreven hen in zuidelijke richting, richting Drenthe. In 1525 deden zij hetzelfde, maar nu naar Friesland. Opgeruimd staat netjes – nu waren wolven het probleem van de buren, zullen de boeren gedacht hebben. De zachte aanpak bleek niet te werken. Enkele decennia later waren de wolven weer terug in het Westerkwartier. Blijkens enkele provinciale Groninger plakkaten uit 1595, 1597, 1598 en 1607 vormden wolven met name een probleem in het zuidelijke Westerkwartier, in de omgeving van Leek. Nu was het menens. Al snel werden er daadwerkelijke wolvenjachten georganiseerd, om voor eens en altijd af te rekenen met die ‘‘schaedelicke creaturen’’. Soms duurden die jachten meerdere dagen. De deelnemers aan de jacht waren voorzien van ‘‘guet geweer’’ (als voorbeeld worden mestvorken genoemd). Iedereen die opgetrommeld werd moest meehelpen. Zo niet, dan werd diegene gestraft.
Rond die tijd werden er ook wolvenjachten in het Oldambt georganiseerd. De naam ‘Hongerige Wolf’ (gehuchtje, voormalige herberg en festival) herinnert nog steeds aan de vroegere aanwezigheid van wolven in het Oldambt. Iets ten noorden van het Oldambt, in Slochteren, vond in 1601 ook een wolvenjacht plaats. Dit ging gepaard met veel bravoure en dramatiek; zo had een lokale jonker voor de gelegenheid maar even een legertrom uit het Provinciale Kruithuis geleend. Een beetje vreemd, één pets op die trom en de wolf vlucht snel weg, zou je toch denken. Alsof jij je eigen ruiten ingooit.
Er is dan ook niet te vinden of er ooit daadwerkelijk een wolf is gedood bij deze jachten.
Ruim een eeuw blijft het stil rondom de wolvenjachten. Ze duiken echter aan het begin van de achttiende eeuw weer op, dit keer in het Gorecht. Het blijkt dat een aantal wolven al flink hebben huisgehouden op het platteland rondom de stad Groningen. Het stadsbestuur van Groningen besluit daarom een royale premie van 100 gulden uit te loven aan degene die een wolf weten te doden of levend vangt. Dat was in die tijd een énorm geldbedrag. In 1737 blijken er ook weer wolven te zijn in het Oldambt en in Westerwolde, andere stadsjurisdicties van Groningen. Het stadsbestuur breidt daarom het premiebedrag uit; er kwam nu ook 50 gulden op een jonge wolf te staan. Toch leidde dit niet tot premiejagers en massavervolgingen, zoals misschien verwacht kon worden.
De laatste wolvenjacht vond plaats in Westerwolde, in het jaar 1772. Petrus Muntinghe was drost van Wedde en kreeg te maken met zorgwekkende berichten over wolven in de omgeving van Sellingen. Die wolven hielden het niet meer alleen bij kleine dieren zoals reeën, schapen en geiten, maar vielen ook paarden en koeien aan. Petrus koos daarom een dag uit waarop de wolvenjacht moest plaatsvinden en commandeerde dat uit elk huis in ieder geval één man moest deelnemen. De mannen moesten zich dan begeven naar de plek waar de wolven zich vermoedelijk ophielden en werden verwacht in een kring de wolf op te jagen. Ook dienden de jagers geweren en mestvorken mee te nemen. Petrus zag het van tevoren allemaal positief in. Artikel 10 van zijn ordonnantie orakelde hij: ‘‘Als de wolf geveld is, zal hij in het kerkdorp waar hij doodgeslagen is aan een hoge staak worden opgehangen. De eventuele schutters, die het ondier gedood hebben, zullen daar generlei aanspraak op kunnen laten gelden.’’
In een muur van het klooster van Ter Apel is nog steeds een bijzonder muurteken of metselwerk te zien: een wolfsangel. Dit was een vanginstrument voor wolven: een soort haak met vlees eraan, die zo hoog in een boom gehangen werd dat de wolf moest springen. Bij het terugvallen kon de wolf in een van de onderste haken van de wolfsangel vallen – en dat was dan het einde. Dat er een wolfsangel in de muur van het klooster aangebracht is, is een sterk stukje symbolisme: het afweren van onheil.
Gruwelijk toch? Wat een verschil met de huidige tijd. Nu wordt de wolf met interesse gevolgd en uiteindelijk zelfs opgezet in een museum.
Nu nog even een (heel bijzonder) zijspoortje. Wolven zijn vroeger hoogstwaarschijnlijk nooit ten noorden van de stad Groningen geweest. Toch speelt een belangrijk verhaal over wolven zich af in het plaatsje Westerwijtwerd. In 2005 is namelijk de twaalfde-eeuwse Legende van de Zwarte Wolven herontdekt. Het Middelnederlandse manuscript werd aangetroffen in een privécollectie in Middelstum. De legende vertelt het verhaal over een magisch amulet van een geest. Dat amulet wordt gestolen. Dit leidt tot een confrontatie tussen twee magiërs, een dievegge, een priester en een roedel Zwarte Wolven, die elkaar tegenkomen in Westerwijtwerd. Bizar toch? Na vertaling en reconstructie bleek dat er overal in de stad Groningen nog aanwijzingen te vinden waren die het bestaan van deze legende ondersteunen. Echt waar – in straatnamen, schilderijen en glas-in-loodramen. Daarom is er ook een stadswandeling gemaakt, die de wandelaar langs deze bijzondere plekken voert.
Bronnen
Dijksterhuis, K. ”Niet de eerste wolf in Groningen.” Trouw. http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/3946432/2015/04/08/Niet-de-eerste-wolf-in-Groningen.dhtml
Hiskes, J.W. Westerwolde. Den Haag: Boekencentrum BV, 1984.
Lindeboom, M. en R. Nieboer. Legende van de Zwarte Wolven. Bedum: Profiel, 2005.
Onbekend. ”Wilde wolven dichtbij Groningen.” Dichtbij. http://www.dichtbij.nl/groningen/regionaal-nieuws/artikel/2498187/wilde-wolven-dichtbij-groningen.aspx
Perton, H. ”Wolvenbestrijding in Groningen en Drenthe.” Groninganus. https://groninganus.wordpress.com/2007/09/18/wolven-bestrijding-in-groningen-en-drenthe/
Veldstra, B. ”Muurteken in Ter Apel.” Bovenlichten. http://www.bovenlichten.net/id448.html