Ellersinghuizen is een klein gehuchtje in Westerwolde, maar bij de lokale bevolking bekend om de Dikke Eik die er ooit stond. De gebladerde celebrity zou vroeger een ‘heilige stoel’ geweest zijn en was bijna een bedevaartsoord voor bomenliefhebbers. Zijn dood in 1975 maakte veel emoties los.
In augustus 1900 maakte ene H.J. Smid uit Meeden een ‘strooptocht’ door Westerwolde. Samen met een vriend wandelde hij in twee dagen van Meeden naar Ter Apel en schreef uitgebreid over het Westerwoldse landschap. Hij publiceerde zijn bevindingen een jaar later in het tijdschrift Levende Natuur. Eén van de plekken die Smid bezocht, was het gehucht Ellersinghuizen.
“Onze tocht gold nu in de eerste plaats den beroemden eik bij Ellersinghuizen, een gehucht, een half uurtje ten z. van Vlachtwedde gelegen. Een eindje het dorp door, langs een zandpaadje tusschen hooge heggen, waar we den ganzenmarsch moesten gaan, nog een slag over de esch, en we konden den reus reeds van verre zien. Daar, op een graspleintje voor de boerderij van den heer Hesse, waar zijn kruin zich naar alle kanten vrij kon uitbreiden, staat de machtigste eik van gansch Westerwolde, waarschijnlijk van heel het Noorden onzes lands en om zijnen vorm misschien eenig in Nederland.” (blz. 139)
Gehucht
Ellersinghuizen is één van de vele gehuchten in de gemeente Westerwolde. Het ligt iets ten zuiden van het dorp Vlagtwedde, aan die prachtige levensader van het gebied, de Ruiten-Aa. Met ongeveer 100 inwoners is het gehucht niet erg groot, maar oud is het wel: Ellersinghuizen wordt rond 1500 voor het eerst genoemd. Waarschijnlijk is de naam van het gehucht afkomstig van een familie Ellersingh die er ooit woonde. Hoe dan ook: als je nog nooit van Ellersinghuizen heb gehoord, is dat volstrekt logisch. Toch is dit gehucht een bekende naam voor boomexperts en liefhebbers van onze gebladerde vrienden.
Dikke Eik
Ellersinghuizen had namelijk ooit een boom. Een eik, om precies te zijn. Deze dappere eik was héél oud en héél dik. Hij had zelfs een naam: de Dikke Eik, en hij lag aan de Dikke Eikweg. Hij stond in de tuin van ‘Erve Altingh’. Hier woonde ook ooit ene meneer Hesse, waardoor de eik ook wel de ‘Hesse-Eik’ werd genoemd. Nadat deze boerderij afbrandde, stond de eik eenzaam in het veld en was die van verre al duidelijk te zien. In 1941 kwam de eik in het bezit van de Stichting Het Groninger Landschap.
De boom domineerde de omgeving en was zelfs een lokale celebrity. Volgens de overlevering waren er vier volwassen mannen nodig om de stam te omvatten. De bronnen verschillen, maar de diameter wordt geschat op ongeveer 1.80 meter, en de kruinbreedte was wel 42 meter. Ondanks die imposante afmetingen was de eik niet erg hoog: ‘slechts’ 14 meter. De eik was dus drie keer zo breed als hoog.
Hillege Stoule
Zo’n bijzondere creatie wordt natuurlijk al het middelpunt van bijgeloof en volksverhalen. Zo gaat het verhaal gaat dat er héél vroeger recht werd gesproken bij deze boom. Dat is echter twijfelachtig, want de boom werd op zijn vroegst pas in de zeventiende eeuw geplant. Wel stond de Dikke Eik aan een kerkpad dat naar de kerk van Vlagtwedde voerde en was die, wederom volgens de overlevering, een vaste stopplaats in heilige processies. De Dikke Eik was daarmee een ‘Hillege Stoule’, een heilige stoel. Het moge duidelijk zijn dat de boom een belangrijke betekenis had voor de inwoners van het gebied.
Moeilijk afscheid
Maar de Dikke Eik is niet meer. Al in de negentiende eeuw was hij verzwakt en in 1948 besloot de stichting Het Groninger Landschap dat de boom eigenlijk niet meer levensvatbaar was. De Dikke Eik moest worden gekapt. Daar staken natuurliefhebbers en fans van de Dikke Eik een stokje voor. Hieruit blijkt nogmaals de bijzondere hydra com status van de eik: hoewel in de jaren vijftig, zestig en zeventig keer op keer werd vastgesteld dat de eik feitelijk al afgestorven was, werd er gewacht tot de boom echt he-le-maal dood was alvorens de kap werd hervat. Deze droeve gebeurtenis vond plaats in 1975.
Museum De Oude Wolden (MOW) in Bellingwolde heeft een prachtig stuk gedenkhout van deze Dikke Eik in de collectie. Het object herinnert aan de kap van de boom.
Bronnen
Houting, E., K.R. de Poel en H. Vrijer. Westerwolde: Over het landschap en de dorpen. Leeuwarden: Noordboek, 2013.
Smid, H.J. “Een strooptocht door Westerwolde”. Levende Natuur 5-6 (1901), 135-141.
– Met dank aan het Museum de Oude Wolden (MOW) in Bellingwolde.
© Sanne Meijer, 2019
Dit is een bewerking van een verhaal uit 2016