Op woensdag 8 april 2020 zou eigenlijk de jaarlijkse haringuitreiking in Niekerk plaatsvinden. Helaas moest deze eeuwenoude traditie worden afgelast wegens de coronacrisis. Het zou de 544e editie zijn geweest. Moet je nagaan: al bijna vijf-en-halve eeuw wordt er op de woensdag voor Pasen haring uitgedeeld aan de inwoners van Niekerk, Oldekerk en Faan. Ik dook in de geschiedenis van dit bijzondere stukje levend erfgoed.
Het is het jaar 1476. Menno Jeltema staat voor een groots altaar in de Martinikerk in de stad Groningen. Zijn ogen glijden over de met juwelen versierde reliekhouder die pontificaal op het altaar staat. Daar zou de arm van Johannes de Doper in zitten, was hem verteld. Het is een indrukwekkend gezicht, maar daar kwam hij nu niet voor. Hij richt zijn aandacht zich weer op het perkament dat voor hem ligt, en krabbelt zijn naam erop.
Het testament van Menno Jeltema
Het reliek in de Martinikerk trok pelgrims uit alle windstreken naar Groningen, maar Menno Jeltema kwam niet van over ver. Hij was een boer uit het dorpje Niekerk, nabij Grootegast, en was in 1476 naar de Martinikerk gekomen om daar zijn testament op te maken. Hij had besloten om een deel van zijn bezittingen na te laten aan geestelijke instellingen. Daardoor hoefde hij zich geen zorgen meer te maken over zijn geluk in het hiernamaals – wel zo handig.
Eén van Menno Jeltema’s begunstigden was het Geertruidsgasthuis, nu beter bekend als het Pepergasthuis in de stad Groningen. Aan dit gasthuis voor pelgrims liet hij ongeveer 7.5 hectare land na. Maar hij stelde een voorwaarde, een eeuwigdurende verplichting, dat er jaarlijks op de woensdag vóór Pasen een ton haring moest worden afgeleverd aan de armelui in Niekerk, Oldekerk en Faan.
En dat gebeurde, ruim vijfhonderd jaar lang.
750 haringen
De voogdij van het Pepergasthuis kocht in 1979 de verplichting af. Écht arme inwoners waren er tegen die tijd toch al niet meer. Met de afkoopsom werd de Menno Jeltema Stichting opgericht. Deze stichting zorgt ervoor dat het jaarlijkse uitdelen van de haring voorgezet wordt.
Dat gebeurt nog steeds op de woensdag voor Pasen. Aan het einde van de middag rijdt er een door paarden voortgetrokken boerenkar door de straten van Niekerk, Oldekerk en Faan. De bijrijder luidt de bel om aan te kondigen dat er weer haring is. Als de kar bij de hervormde kerk van Niekerk arriveert, heeft zich daar al een groep dorpsbewoners verzameld. De eerste haring wordt aan de voorzitter van de Menno Jeltemastichting aangeboden. Als deze de haring heeft goedgekeurd, zijn de dorpelingen aan de beurt. De haringen zijn gratis en voor alle inwoners van de voormalige gemeente Oldekerk. Er worden elk jaar zo’n 750 haringen uitgedeeld.
Immaterieel erfgoed
Al bijna vijf-en-halve eeuw lang verzamelen de dorpsbewoners van Niekerk, Oldekerk en Faan zich op de woensdag voor Pasen bij de kerk van Niekerk. De haringuitreiking is in zijn lange geschiedenis slechts enkele keren afgelast; zoals in de Eerste en Tweede Wereldoorlog – en nu, in 2020, als gevolg van de uitbraak van het coronavirus.
Kun je je het voorstellen? Een lokaal gebruik dat al ruim vijf eeuwen plaatsvindt. Geweldig toch? Om die reden is de traditionele haringuitreiking van Niekerk in 2017 op de Inventaris Immaterieel Erfgoed gezet. Menno Jeltema moest eens weten.
Bronnen
Hillenga, M. ‘Heren mit heerns.’ Levend Erfgoed Groningen, klik hier.
Omslagfoto: Dorpsgezicht van Niekerk, 1905. Foto Hulst, Groninger Archieven
© Sanne Meijer, 2020