Op een schemerige zomeravond bevind ik me op een smal kerkenpad tussen Zoutkamp en Vierhuizen, de horizon afspeurend naar een spook in de vorm van een ruiter met zwaard. Ik heb jammer genoeg geen geluk, de ruiter laat zich niet zien. De kans was ook klein, want volgens de overlevering rijdt de ruiter hier vaak alleen op Oudejaarsavond. Maar ja, het was het proberen waard natuurlijk.
Dit ‘kerkenpad’ tussen Zoutkamp en Vierhuizen bestaat al heel lang. Zoutkamp kreeg pas in 1836 een kerk, dus tot die tijd moesten de gelovige Zoutkampers naar de kerk in Vierhuizen. Zij begaven zich richting hun godshuis via een smal paadje dat door de landerijen liep. Dat paadje ligt er nu nog steeds, en gaat zelfs dwars over een boerenerf. Op die desbetreffende op-zoek-naar-de-ruiter-avond fiets ik over het kerkenpaadje en twijfel ik even of ik wel goed zit; ik kan toch niet zomaar over die boer z’n erf peddelen? Maar blijkbaar is dit geen probleem. Het paadje voert me langs twee grote boerderijen, Panser en Beusum, die er vele eeuwen terug ook al stonden. Toen waren het hoogstwaarschijnlijk borgen. Zoals alle borgen in het Groningerland kenden ook deze twee excentrieke eigenaren. Het waren bekende achternamen uit de Groninger geschiedenis; ik kom de van Lewe’s tegen, en ook de van Ewsum’s, en de familie Coenders. En de prijs voor de mooiste achternaam gaat naar de van In- en Kniphuisen’s van Asinga.
Vierhuizen is een klein, verstild dorpje te midden van weilanden. Je zou haast niet merken dat het er ligt; auto’s razen er snel aan langs op weg naar Zoutkamp of Lauwersoog. Er is één weg waarmee je aan de ene kant het dorp inkomt en aan de andere kant er weer uitgaat, met wat doodlopende zijweggetjes. Afgezien het kerkenpad natuurlijk, maar dat is alleen voor wandelaars of fietsers begaanbaar (alhoewel, als je geen talent hebt voor recht sturen dan streep ‘fietsers’ maar weg, het paadje is écht heel smal en ik vreesde bij het bruggetje even voor mijn droge kleren). Midden in het dorp staat de kerk, met ernaast een prachtige pastorie dat nu een fantastische B&B is, genaamd d’Olle Pastorie. Tegenover de pastorie verkoopt een mevrouw handgemaakte schaapjes met écht wol van de schapen van haar zoon. Er zijn bruine en witte en grote en kleine. Het zijn passende souvenirs voor een dorpje dat omringd is met schapen en daarom gaan er natuurlijk drie mee naar huis.
De kerk van Vierhuizen is een beetje een celebrity. Het is in bezit van Stichting Oude Groninger Kerken en deed in 2006 mee aan het AVRO-programma ‘De Restauratie’, dat gesponsord werd door de BankGiro Loterij. Het kerkgebouw verkeerde destijds in werkelijk deplorabele staat. De kerk van Vierhuizen werd uit de genomineerde restauratieprojecten gekozen en kreeg 900.000 euro om de boel op te knappen. Nu is ’ie netjes wit gepleisterd en kijkt stralend uit over het omliggende dorp. Het kerkhof is minstens zo interessant. Zo spot ik een nog erg gaaf uitziende grafzerk met het jaartal 1696 erop, en grafzerken met de meest indrukwekkende wapens. Ook is er een grafzerk volledig bedekt met tekst. De overledene vertelt op die zerk het verhaal hoe hij aan zijn eigenaardige dood is gekomen. Dat is wel een beetje een vreemde gewaarwording, want de in 1787 overleden man lijkt je zodoende direct toe te spreken vanuit het graf. Klaas Jans had al jaren last van een liesbreuk en besloot op een februari-dag over het Reitdiep richting Groningen te schaatsen om naar de breukenmeester te gaan. Die kon hem niet helpen en toen moest hij weer terug, door de kou. Eenmaal thuis aangekomen – afgepeigerd door de pijn en door de barre weersomstandigheden – stierf hij.
Verderop op het kerkhof staat een monumentje ter nagedachtenis aan de dertien doden die in Vierhuizen zijn gevallen tijdens de overstroming van de Westpolder in 1877. Zij liggen in een gezamenlijk graf ergens onder de grond. Er kwam ook een veertienjarig meisje om, zij was uit te logeren in Vierhuizen en ligt begraven in Houwerzijl. De Westpolder ligt ten noordwesten van Vierhuizen en werd aangelegd tussen de jaren 1873 en 1876. In 1874 kwamen er ook al dertien jongens om bij een stormvloed. Vier jaar daarna dus nogmaals. De hele dag was het slecht weer geweest en sloeg er zeewater over de dijk. En toen brak ’s nachts de dijk op twee plekken, waardoor in korte tijd de halve polder vol water stond. Boerderijen overstroomden, pannen vlogen van het dak en arbeidershuisjes stortten ineen. Sommige veehouders verloren al hun schapen en varkens in de golven. De verzilting van de grond zorgde de jaren erop voor slechte oogsten. De herstelkosten moesten de inwoners zelf betalen. Maar de noeste Groningers kwamen er weer bovenop.
Ik loop westwaarts het dorpje uit. Ik kom langs een molen en vlak daarachter houdt het dorpje op. Het weggetje verdwijnt door een dijk in de verte. Op die dijk scharrelen kippen en grazen schapen. Ik wandel zo een heel stuk en kijk naar de ondergaande avondzon. Wat is het hier mooi, en stil. Zover ik kan zien vlakke stukken land. Ik moet denken aan een verhaal dat ik heb gelezen. Er wordt wel eens verteld dat Vierhuizen, dat ooit aan de zee lag, een heus zeeroversnest is geweest. Of dit waar is wordt ten zeerste betwijfeld, maar hee, het zou toch wel heel stoer zijn. Ik kijk vanaf de dijk nog eens naar het stille dorpje en kan me er geen zeerovers bij voorstellen. Maar we zullen het nooit zeker weten. En dat is dan ook het mooie van geschiedenis.
Bronnen
Buursma, A. Kerkepadwandeling Zoutkamp-Vierhuizen. Masterplan Waddenland, Grafische Industrie de Marne, 2010.
Westra, E. Vierhuizen van buitenaf gezien. Groningen: Eigen uitgave, 1997.
Kerk Vierhuizen. ”Restauratie”. http://www.kerkvierhuizen.nl/index.asp
Marnegebied. ”Overstroming Westpolder 1877”. http://www.marnegebied.nl/overstroming-westpolder-1877-marnegebied.html
Het hele verhaal lezen zoals dat op Klaas Jans’ grafzerk staat? Zie de gedigitaliseerde versie hier: http://erikdegraaf.blogspot.nl/2012/02/de-eerzame-schaatser.html
– Dit verhaal verscheen eerder op 17 mei 2015.
© Sanne Meijer, 2015