Op mijn ontdekkingstochten door Groningen maak ik héél veel foto’s. Dat betekent dat ik langzamerhand al een redelijk uitgebreid fotoarchief heb opgebouwd. Daarom lijkt het me leuk om af en toe een foto uit te kiezen en er wat meer over te vertellen – waar is de foto gemaakt, waarom was ik daar, wat zien we op de foto, en wat is het verhaal erachter?
Ik ben helemaal geen fotograaf – sterker nog, ik maak al mijn foto’s met een handzaam huis-tuin-en-keuken cameraatje dat makkelijk in mijn jaszak past. Onderweg door Groningen maak ik altijd veel foto’s, en soms zit er een exemplaar tussen waar ik stiekem best trots op ben. Omdat ik er een speciale herinnering aan heb, of omdat de foto iets speciaals uitstraalt, of simpelweg omdat ’ie goed gelukt is. Vaak is dat meer geluk dan wijsheid.
Hoe dan ook, het leek me leuk om af en toe één van mijn favoriete foto’s uit te lichten en er wat meer over te vertellen. Zoals deze, van vandaag: zicht op de kerk van Marsum (gem. Appingedam), genomen vanaf Biessum (gem. Delfzijl).
De foto nam ik tijdens een winterse wandeling, die mij van Biessum, via Uitwierde en Voolhok naar Delfzijl zou brengen. In Biessum was ik toen nog nooit eerder geweest. Dat is logisch, want je komt er niet erg makkelijk en er is verder eigenlijk ook niets. Toch is dat ‘niets’ heel mooi.
Biessum ligt op een wierde, die behoort tot de best bewaarde in de provincie Groningen. Dat kun je ook nog duidelijk zien, want Biessum is eigenlijk een prachtige cirkel. De woningen en boerderijen staan aan de oude ossengang, die nog intact is. Tussen Biessum en steenfabriek Hylkema in Delfzijl loopt het Biessumermaar. Dit water werd voornamelijk gebruikt om boomstammen te vervoeren naar de klompenmakerij in Biessum. Hoe leuk is dat!
Ik verliet het dorpje Biessum die winterdag in westelijke richting, naar het in de jaren zeventig aangelegde Biessumerbos. Hier groeien essen, elzen en wilgen, en er zijn hooilandjes en vijvers. Er is ook een vleermuizenbunker, wat er net zo eng uitziet als dat het klinkt. Het bos staat onder beheer van Natuurmonumenten. Ik verdween tot mijn knieën in de modder.
Uiteindelijk kwam ik op een min of meer verhard pad uit dat parallel aan het Uitwierdermaar loopt. Het riet in het water stond hoog. In de zomer is dit een populaire kanoroute, maar ik kon me er op dat moment even niets bij voorstellen. Het waaide hard, ik trok mijn muts over mijn oren. Het riet wuifde woest heen- en weer. Mijn hoofd hield ik gebogen tegen de wind, en tuurde naar mijn voeten. Toen ik op keek, zag ik opeens het kerkje van Marsum voor me liggen – als een oud, sterk, trots baken in het landschap, de elementen trotserend.
Marsum is sowieso een bijzondere plek – een beschermd dorpsgezicht zelfs. Ik was er al eens eerder geweest, op de fiets. Het dorp is ontstaan in de vroege middeleeuwen doordat een aantal afzonderlijke huiswierden aaneengroeiden. Op de meest centrale wierde werd in de twaalfde eeuw de Mauritiuskerk gebouwd. Vervolgens ontwikkelde Marsum zich tot een ‘echt’ dorp met alles erop en eraan. Daar is nu niets van te zien, want naast de kerk en het kerkhof resteren alleen nog enkele boerderijen. Marsum werd namelijk bijna compleet verwoest bij het Beleg van Delfzijl (1813-1814). Het Beleg (of de blokkade) van Delfzijl was een episode in de strijd tussen de Franse overheersing en het nieuw gevormde Koninkrijk der Nederlanden. Na afloop werd het puin geruimd, maar er werd weinig meer heropgebouwd. De wierde van Marsum werd in het begin van de twintigste eeuw grotendeels afgegraven. De vruchtbare kleigrond werd naar arme zandgronden in Drenthe verscheept. Gelukkig is bij deze afgravingen wel de radiale structuur van het dorp intact gebleven. Er is nu echter nog maar één weg over.
Ik pakte mijn camera uit mijn zak en probeerde die met mijn inmiddels bijna gevoelloze vingers aan te doen. Op het moment dat ik mijn camera op het kerkje richtte, vloog er een enorme groep kraaien omhoog. Zij hadden blijkbaar op het land gezeten en besloten om één of andere reden en masse op te vliegen. En zo maakte ik deze foto, die nog steeds één van mijn favorieten is. Niet erg scherp, niet bijzonder kleurrijk – maar wel een grijze lucht, een eenzame kerk, en zwarte kraaien. Ook dat kan mooi zijn.
© Sanne Meijer, 2018