Op een zonnige dag in januari besloot ik de fiets te pakken en richting Dorkwerd, Aduard, Den Ham en Fransum te gaan. Het waaide hard maar dat maakte niet uit, want het werd een prachtige tocht. Deze keer het tweede gedeelte: Den Ham – Piloersemaborg – Fransum – Kerkje Harkema.
Den Ham
Vanaf Aduard stuur ik noordwaarts en fiets Den Ham binnen. Het waait nog steeds als een orkaan. Het zuidelijke gedeelte van Den Ham kende ooit een gehucht met een uitermate originele naam: Biggestaart. De herkomst van de naam is onduidelijk, maar waarschijnlijk vanwege de vorm die het gehucht had. Echter, in 1828 werd al vermeld dat Biggestaart slechts een klein vlekje op de kaart was en nu is het niet terug te vinden. Den Ham is een klein dorpje met wat lintbebouwing.
Ooit stond er zelfs een fabriekje in Den Ham. In 1887 bouwde Jan Noorman er zijn schaatsenfabriekje. Hier maakte hij de bekende Noormanschaatsen. Het fabriekje vormde in de winter een fijne extra inkomensbron voor de inwoners van Den Ham.
De kerk staat een beetje buiten het dorp, in het zuidwesten. Het is één van de eerste gebouwen die ik passeer als ik het dorp binnen rijd. Het is een mooie kerk. Onder het koor bevindt zich de grafkelder van de vooraanstaande familie de Mepsche, die in 1573 voorzien werd van een sluitzegel. Deze familie was met name invloedrijk in Drenthe en Groningen, en bestonden vooral uit bestuurders. Terugkijkend in de geschiedenis waren die de Mepsche’s ijzingwekkende personen. Zo was er eentje een Spaangezinde bestuurder tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De desbetreffende man was een fel katholiek en werd bekend als snoeiharde ‘ketterjager’: met andere woorden, hij vervolgde alle niet-katholieken. In die tijd was de Mepsche een gevreesde naam.
Eén van die de Mepsche-telgen, Johan de Mepsche, erfde rond 1609 een steenhuis iets ten noorden van het dorp. Een steenhuis is een soort van burcht, dat met name in de provincie Groningen te vinden was. Dit steenhuis werd ‘Piloersema’ genoemd, maar waarom is niet erg duidelijk. Waarschijnlijk was het een achternaam van één van de eerdere eigenaren. Hoe dan ook, Johan besloot het steenhuis te slopen en bouwde een splinternieuwe borg, honderd meter verderop. In 1633 verrees de Piloersemaborg of Hamsterborg, een statig gebouw dat nu nog steeds staat. Aan de heuvel in het landschap is nog immer te zien waar het eerdere steenhuis heeft gestaan. De nieuwe borg verwerd echter al snel tot boerderij en heeft zo eeuwenlang dienst gedaan. Er is een grote schuur bijgebouwd en door de eeuwen heen is er veel dicht- of bijgemetseld, verbouwd en herbouwd.
De oprijlaan naar de borg is superchique: kaarsrecht en omzoomd door hoge bomen. Ik knipper tegen de felle zon, en bedacht dat een zonnebril wel handig zou zijn geweest. Aan mijn linkerhand strekt zich een weiland uit, met daarachter het dorp. Daar in de velden stond ooit het oude steenhuis. Aan mijn rechterhand doemt de Piloersemaborg op; een prachtig gebouw met oogverblindende ligging. Ik loop een rondje om het terrein en eet een broodje terwijl ik op één van de bankjes zit die langs de slotgracht staan. Het is een serene plek, waar ik enkel een mevrouw met een vrolijk hondje tegenkom. De Piloersemaborg is nu een hotel met zalenverhuur en een restaurant. Het restaurant wordt bestierd door Dick Soek, die eerder een Michelin-ster had voor zijn restaurant ‘Schathoes’ bij Borg Verhildersum. Het zal in weekenden wel druk zijn, bedenk ik me. Nu is het er stil en verlaten. De Piloersemaborg is echt een aanrader om eens langs te gaan als je in de buurt bent; door de uitstraling van het terrein waan je je haast in vroeger tijden.
Fransum
Via het oude kerkepad fiets ik de weilanden in. Ik heb voor het eerst sinds mijn trip de wind in de rug en ik hoef niet te trappen. Op een gegeven moment stopt het betonnen pad en gaat het over in een onverhard, kiezelig zandpad. Ik rijd de eenzame wierde omhoog, vurig hopend dat mijn band het houdt. Op één van de meest afgelegen plekken van de provincie een lekke band krijgen zou niet de handigste actie zijn.
Dit is Fransum. Van alle plaatsen in Noord-Groningen waar ik ben geweest spant dit qua samenstelling wel de kroon: op de wierde staan een kerk, een boerderij en een huis. That’s it. Het maakt het daarom erg moeilijk Fransum te betitelen als dorp, maar omdat het een kerk heeft, moet dat volgens mij wel. Ik lees ook wel eens dat het als buurtschap betiteld wordt. Als men het buurtschap rondom de wierde meetelt, vallen er nog enkele boerderijen onder Fransum. Toch heeft Fransum de postcode van Den Ham. Leuk detail: omstreeks 1840 woonden er zo’n twintig mensen op de wierde… Dat is tien mensen per huis!
Waar de naam Fransum vandaan komt is onderwerp van een jarenlang debat. De ene verklaring is dat het een verbastering is van ‘Frank’s heem’. Een andere verklaring kan zijn de wierde naar de volksnaam ‘Franken’ is genoemd, want dichtbij Fransum liggen ook de wierden Englum en Saaksum, die respectievelijk zouden verwijzen naar de Angelen en de Saksen.
Ooit was Fransum een eigen parochie, waaronder ook Den Ham viel. Fransum was in de Middeleeuwen afhankelijk van het klooster te Aduard. In 1555 splitste Den Ham zich af. Fransum werd in een tijdsbestek van vijf jaar gecombineerd met Feerwerd, vervolgens met Aduard en toen weer met Den Ham, wat tot heden zo gebleven is. De kerk dateert uit het begin van de dertiende eeuw (!) en ziet er nog steeds prachtig uit. De preekstoel in de kerk is een hele bijzondere. Het is gebouwd rond 1500 en de alleroudste middeleeuwse (bakstenen)preekstoel van Nederland.
Maar helaas, vanaf 1909 wordt er niet meer gepreekt vanaf die mooie preekstoel. In 1909 fuseerde de kerk van Fransum met de kerk van Den Ham en werden de diensten naar Den Ham overgeplaatst. Bij de laatste kerkdienst kwam slechts één kerkganger naar de kerk. De predikant bedacht dat een waardig afscheid er dus niet echt in zat en wilde de dienst maar aflasten. De kerkganger protesteerde. Volgens de verhalen werd het dienst vol liederen en werd er door beide personen uit volle borst gezongen. Toen ging de deur op slot.
De kerk raakte in verval en werd overwoekerd door hedera. De kerkbanken gingen verloren. In 1950 vond er een restauratie plaats. Tijdens de voorbereidingen hiervan deed men bodemonderzoek en kon er vastgesteld worden dat de kerk geen voorganger had. Toch waren er wel graven van voor de dertiende eeuw. In de jaren zeventig werd er opnieuw bodemonderzoek gedaan, en dit keer kwamen er grote hoeveelheden voorwerpen naar boven. Muntjes, knikkers, rammelaars, sierspeldjes, deurkloppers, pijpekoppen, knopen – noem maar op. Maar het meest bijzondere – voor mij in ieder geval – vind ik wel een bepaalde ring.
Het is een ring die ik erg goed ken en toen ik de foto voor het eerst zag kon ik mijn ogen eigenlijk niet geloven. Het was een Claddagh-ring: een traditionele Ierse ring. Het is een bekend symbool voor Ierland, stammend uit de zeventiende eeuw, en de ringen worden eigenlijk alleen maar daar gemaakt. De ring bestaat uit een hart met een kroontje, vastgehouden door twee handen. De handen op de Claddagh-ring staan voor vriendschap, het hart voor liefde en de kroon voor loyaliteit. Als je op zoek bent naar liefde wordt de ring gedragen aan de rechterhand met het hart naar buiten gericht; als je een relatie hebt wordt de ring gedragen aan de rechterhand met het hart naar binnen gericht; bij een verloving wordt de ring gedragen aan de rechterhand met het hart naar binnen gericht; en als men getrouwd is wordt de ring gedragen aan de linkerhand met het hart naar binnen gericht. Meteen komen er tientallen vragen in mijn hoofd. Hoe komt die ring daar? Was het idee achter die ring algemeen bekend in Groningen? Heeft iemand die ring hier vervaardigd? Of is er ooit iemand in Ierland geweest, en wat deed die daar? Wie droeg de ring? Waarom is die hier verloren gegaan? Ik was, of ben nog steeds, een beetje overdonderd door deze ontdekking. Het is alsof mijn gedeelde liefde voor Groningen en Ierland -de twee plekken ter wereld die ik ‘thuis’ noem- hier op wonderbaarlijke wijze wordt verenigd.
Fransumer Voorwerk en Kerkje Harkema
Ik verlaat de wierde van Fransum in zuidelijke richting. Ten zuidoosten van de wierde ligt het gehucht ‘Fransumer Voorwerk’. Volgens het schoolmeesterrapport van Den Ham & Fransum uit 1828 bestaat het gehucht uit twee boerderijen en een huisje. De schoolmeester legt de naam van het gehucht fantasievol uit: ‘‘De naam is waarschynlyk afkomstig doordien de oude Hunnen er hunne voorste hutten of zomerwoningen gehad hebben, om het vee aldaar te weiden, en de visschery uit te oefenen.’’ Of hij dit nou verzint of daadwerkelijk ergens op baseert weet ik niet, maar hij slaat de plank in ieder geval redelijk mis. De term ‘voorwerk’ gaat over de functie die de boerderijen hadden als voedselproductiecentra van het klooster van Aduard, zoals we eerder hebben gezien tijdens deze tocht.
Opeens doemt er een groot figuur voor mij op. Ik tuur in de verte en kan zien dat het een beeld is. Als ik dichterbij kom, valt mijn mond open. Daar, eigenwijs uitkijkend over de weilanden, staat het Vrijheidsbeeld. Wel een wat verkleinde versie natuurlijk, maar toch. Ze staat niet in een miljoenenstad, maar op een erf van een boerderij. Maar het wordt nog meer bizar. Achter het Vrijheidsbeeld staat een kerkje. En niet zomaar een kerkje, een klein Walt Disney-achtig kerkje. Eromheen staan beelden en andere wonderlijke bouwsels. Er zijn slingerende grachten met bruggetjes en loslopende eenden. Dit is het werk van de in 2011 overleden boer Albert Harkema. Hij begon met het uitgraven van een gracht, en bouwde daarna een miniatuurversie van een traditionele kop-en-romp boerderij. Daar woonden zijn eenden. Daarna begon hij met wat zijn levenswerk zou worden: zijn kerk. Hij heeft het hele ding eigenhandig gebouwd, met wel 12.000 stenen. Na dertien jaar was het klaar, compleet met kerkbankjes, preekstoel en Maria-beelden. Kerkje Harkema is nu een toeristische attractie met een theehuis.
Kerkje Harkema
Het theehuis is in de wintermaanden dicht dus ik besluit weer richting huis te keren. De harde wind heb ik nu in de rug en in 35 minuten ben ik thuis. Ik voel me heel blij – ik ben het nieuwe jaar weer begonnen met nieuwe ervaringen, bijzondere verhalen en prachtige plaatsen, en dat allemaal op fietsafstand van de stad.
Fietsen door de Groninger weilanden – dat geeft mij zeker een gevoel van vrijheid!
Bronnen
– Sipkens, S. ‘‘Den Ham,’’ Schoolmeesterrapporten D-E, Groninger Archieven, http://www.groningerarchieven.nl/bronbewerkingen/schoolmeesterrapporten/d-e/den-ham
– ‘‘De Geschiedenis van Kerkje Harkema,’’ Kerkje Harkema, http://www.kerkjeharkema.nl/page/geschiedenis
– ‘‘Den Ham,’’ Stichting Oude Groninger Kerken, 08-02-2015, https://www.groningerkerken.nl/kerken/print_kerk.php?id=5
– ‘‘Kerkje Harkema en theehuis,’’ Toerisme Groningen, http://toerisme.groningen.nl/over-groningen/groningen-op-de-kaart/bedrijfdetails/2982/kerkje-harkema-theehuis
– ‘Fransum,’’ Stichting Oude Groninger Kerken, 08-02-2015, https://www.groningerkerken.nl/kerken/print_kerk.php?id=9
– ‘‘Piloersema of de Hamsterborg te Den Ham,’’ Het verhaal van Groningen, http://www.hetverhaalvangroningen.nl/verhalen/piloersema-of-de-hamsterborg-te-den-ham
– ‘‘Uit de Bodem,’’ Fransum, http://www.fransum.nl/
– ‘‘Vroeger,’’ Piloersemaborg, http://www.piloersema.nl/vroeger.html