Groningen kent een veelheid aan gehuchten. Opvallend genoeg dragen die gehuchten vaak de meest vreemde namen, zoals Klei, Broek, Valom, Bethlehem en Nooitgedacht. Benieuwd naar waar deze fantasievolle benamingen vandaan komen, duik ik in de geschiedenis van deze kleine plaatsjes. Hoewel gehuchten op het eerste oog misschien weinig spannend of belangrijk lijken, gaan er vaak bijzondere verhalen achter schuil.
Iets ten oosten van het vestingdorp Bourtange ligt het gehucht Abeltjeshuis. Zoals het de gemeente Vlagtwedde betaamt, heeft Abeltjeshuis ook een eigen plaatsnaambord. Daardoor verwacht je onbewust min of meer enige huizen of boerderijen. In Abeltjeshuis staat welgeteld één huis, ooit toebehorend aan – inderdaad – ene Abeltje. Volgens inwoners uit de regio heet het gebied echter ‘Steine’ en heeft de naam ‘Abeltjeshuis’ alleen betrekking op het woonhuis dat daar staat. Toch heeft het gehucht de naam van het huis gekregen.
Al in de Middeleeuwen stond hier een pand met de naam Abeltjeshuis. Het was generaties lang in handen van een Duitse familie. Dat is ook geen wonder, want het huis ligt aan de Duitse grens. Waarschijnlijk heette een telg uit deze familie ‘Abeke’ en is de naam ‘Abeltjeshuis’ op die manier ontstaan.
In de vijftiende eeuw besloten de toenmalige bewoners, de familie Langhals, dat zij Abeltjeshuis aan de nabijgelegen Duitse plaats Heede zouden schenken. Omdat grenzen destijds veel vloeibaarder waren dan nu, kon dat zomaar. Op die manier werden de boerderij en het omliggende gebied simpelweg Duits.
De Staten-Generaal van de Nederlanden waren not amused. Abeltjeshuis was namelijk een ontzettend strategisch punt, omdat de eeuwenoude handelsroute tussen Groningen en Münster hier de grens passeerde. Abeltjeshuis deed in die tijd dan ook dienst als boerderij én herberg, waar reizigers en handelaren konden eten en overnachten. Opeens lag Abeltjeshuis in Duitsland en dat stond de Staten-Generaal natuurlijk niet aan. Onderhandelingen met de bisschop van Münster leverden niets op – Abeltjeshuis bleef Duits.
In 1795 marcheerden de Franse troepen Bourtange binnen. Zij namen de vesting in en begonnen met de aanleg van een verdedigingslinie ten oosten van Bourtange. De verdedigingswerken werden ook ten oosten van Abeltjeshuis aangelegd, waardoor het gehucht weer van Duits naar Nederlands grondgebied verhuisde.
Aan het begin van de negentiende eeuw werd Bourtange korte tijd een zelfstandige gemeente, totdat het opging in de gemeente Vlagtwedde. Vreemd genoeg bevond het gemeentehuis zich niet in Bourtange zelf, maar werd dat ene pand in Abeltjeshuis ingericht als gemeentehuis.
Toen de vesting Bourtange in 1851 werd opgeheven, verloor ook de verdedigingslinie haar functie. Het gebied rondom Abeltjeshuis kwam in 1936 in handen van de stichting Het Groninger Landschap. Het historische pand van Abeltjeshuis werd in april 1945 verwoest. Na de oorlog werd de huidige boerderij gebouwd, waarbij de oude lindebomen bewaard zijn gebleven.
Nog steeds zijn de eeuwenoude verdedigingswerken uit de Franse tijd goed te herkennen in het landschap: de plaatsen waar ooit de bastions stonden, de redans en de redoute. Niet te missen is de 637 meter lange liniedijk. Een wandeling door het gebied, dat nu bekend staat als ‘De Linie’, geeft je het gevoel terug te gaan in de tijd. In tegenstelling tot Bourtange zelf, kenmerkt ‘De Linie’ zich door de rust en de eenzaamheid. En alsof het wandelen over de oude verdedigingswerken nog niet tof genoeg is, word je ook nog eens omringd door prachtige, loslopende Konikpaarden die de begroeiing van het gebied kort houden. Het gebied staat onder beheer van Stichting Het Groninger Landschap.
Abeltjeshuis en ‘De Linie’ zijn absoluut een bezoekje waard!