Halloween en Groningen hebben op het eerste oog misschien niet zoveel met elkaar te maken. Afgezien wat griezelige artikelen in de feestwinkels en supermarkten, versierde pompoenen en een themafeestje hier en daar, zien we Halloween voornamelijk als een Iers/Amerikaans feest. Toch zou Halloween goed bij Groningen kunnen passen.
Groningers zijn namelijk voortreffelijk in het vertellen van spookverhalen. Ik heb al eens eerder geschreven over de rijke collectie volksverhalen die Groningen bezit. Vroeger waren er nog geen tv’s, computers en telefoons om ons te vermaken en veel mensen konden niet lezen en schrijven. Daarom werden er verhalen verteld. Dit gebeurde in herbergen, op schepen, overal. Deze verhalen waren niet alleen ter vermaak, maar bevatten vaak ook een serieuze boodschap.
De verhalen werden mondeling doorgegeven, generaties op generaties. Er zijn boekenkasten vol geschreven over deze orale verteltraditie, die een kunst op zich is. Op een gegeven moment raakten de vertellingen uit de mode. Eerst kwam de krant, daarna de radio. Steeds meer mensen konden lezen. Aan het begin van de vorige eeuw waren de laatste vertellers al hoogbejaard. Eén voor één ‘raakten ze uit de tijd’, zoals Groningers zo mooi kunnen zeggen.
En met hen dreigden al die eeuwenoude verhalen verloren te gaan.
Gelukkig voor ons, probeerden verschillende verzamelaars deze verhalen nog op te schrijven voor het te laat zou zijn. Eén van hen was mevrouw Eilina Johanna (Linie) Huizenga-Onnekes uit Vierhuizen. Zij was een, voor haar tijd, vooruitstrevende vrouw. Gewapend met pen en papier trok zij de provincie door op zoek naar oude verhalen. Deze vond ze met name bij ‘simpele luu’. Deze oudere mensen spraken enkel dialect, en Huizenga-Onnekes schreef de verhalen dan ook op in streektaal. Dit resulteerde in de uitgave van meerdere fantastische boeken – waaronder mijn favoriet, Heksen- en duivelsverhalen in Groningerland.
De verhalen in dit boek zijn verzameld door Huizenga-Onnekes, en gebundeld door J.A. Fijn van Draat. Ze staan geordend op hoofdstukken met namen als ‘Over de Duivel’, ‘Heksen en Spoken’ en ‘Weerwolven’. Alle verhaaltjes zijn voorzien van jaartal en locatie. Sommige verhalen zijn lang, sommige bestaan slechts uit een aantal zinnen. Ik schreef eerder al eens over de veelvoorkomende Borries en de gezellige doch soms grimmige Witte Juffers.
Ik kan iedereen aanraden om het boek eens in te kijken. Het is gewoon te reserveren/bestellen bij de Groningse bibliotheken. De verbazing groeit – verhaal na verhaal, anekdote na anekdote. Wat gebeurden er vroeger allemaal spannende dingen. Bijna iedereen had wel eens iets magisch meegemaakt, betoveringen waren aan de orde van de dag. Niemand die deze buitenissige gebeurtenissen in twijfel trok.
Neem nou het verhaal van Kneles van Oterdom (Termunten, 1928).
Kneles van Oterdom kon ain stief op ’t zulfde stee stoan loaten, as e dat wol. Hai het Gepke vasthollen op ’n stoul. Zai kon der mit gain meugelkhaid òfkomen. ’t Is ook een keer gebeurd, dat Oaltje der bie was. Zai kon nait begriepen, hou ’t meugelk was dat Kneles dat doun kon. Hai kwam Gepke nait aan, keek mor stief noar heur, en zaai zat zo vast as ’n muur.
Zai kwam aal dichter bie, wol ais zain hou of dat spul ien zien waark ging. En dou draaide zai kop noar Kneles tou. Dat ging makkelk genog, mor dou bleef zai mit verdraaide kop stoan, net zo laank als Kneles ’t hemmen wol. Dou ’t noar zien zin laank genog duurt har, dou harren zai opslag kop en gat weer lös.
Tja, dat was Kneles van Oterdom. Wees gewaarschuwd. Fijne Halloween!
BRONNEN
Huizenga-Onnekes, E.J. en J.A. Fijn van Draat. Heksen- en duivelsverhalen in Groningerland. Winschoten: J.D. van der Veen, 1992.