Heb je wel eens gehoord van de Oldambtster Witte? Deze mooie droogboon bestaat al héél lang en maakt deel uit van de traditionele nieuwjaarsstamppot die in Groningen wordt gegeten. Helaas zijn deze boontjes een beetje uit de mode geraakt – en ze zijn niet de enige. De afgelopen honderd jaar zijn veel oude, lokale groenterassen vergeten of zelfs verdwenen. Ook in Groningen. Eeuwig zonde natuurlijk, want deze groentes horen tot ons (bio)cultureel erfgoed. Ze vertellen ons van alles over de geschiedenis van Groningen. Daarom richt ik dit jaar een deel van mijn moestuin in als ‘Grunnegs Toentje’. Hier ga ik 10 Groninger groenterassen telen. Op mijn website en sociale media doe ik de komende maanden verslag van dit experiment!
Ik vertel je over mijn zoektocht naar de zaden en over de kwekers. Daarnaast duik ik de geschiedenis in: wat zijn de verhalen achter deze groenterassen? Waarom zijn ze zo belangrijk voor ons (bio)culturele erfgoed? Uiteraard houd ik je ook op de hoogte van het zaaien, groeien en (hopelijk) oogsten. Tot slot deel ik leuke, verrassende recepten en manieren waarop je de oogst kunt preserveren. Misschien inspireer ik jou dan ook om volgend jaar een Groninger gewas te telen. Of je nou een balkon of grote tuin hebt: samen onttrekken we lokale rassen als de Oldambtster Widde uit de vergetelheid en maken we deze weer populair!
Verdwenen groente
Wist je dat in de afgelopen eeuw ongeveer 90% van alle groentevariëteiten is verdwenen? Laat dat even op je inwerken…
Na de Tweede Wereldoorlog draaide het Nederlandse landbouwbeleid om voedselveiligheid. Heel logisch natuurlijk, na die verschrikkelijke hongerwinter. In de jaren vijftig moesten boerenbedrijven daarom vergroten en mechaniseren. Gewassen moesten in grote getale worden geteeld en op hetzelfde moment geoogst kunnen worden. Tegelijkertijd verschenen de eerste supermarkten in het Nederlandse straatbeeld. Deze winkels hadden behoefte aan uniformiteit: groenten moesten dezelfde grootte hebben om in de schappen te passen. Gewassen met een onschuldige afwijking waren niet langer welkom. Dit alles betekende dat er speciale ‘F1 hybride’-gewassen werden veredeld: gewassen die zorgen voor een hoge opbrengst en sterke uniformiteit. Met het oog op de tijdsgeest en wereldwijde voedselproductie en voedselveiligheid begrijpelijk, maar wel jammer. Het betekende namelijk wel de ondergang van een groot aantal lokale of oude rassen.
Groninger groenterassen
Er is echter steeds meer aandacht voor duurzaam geproduceerd, lokaal en seizoensgebonden eten. Het globale voedselsysteem is complex en ik snap heel goed dat een grootschalige ommezwaai in die richting niet zo makkelijk is. Maar in je (moes)tuin kun je wel het verschil maken. Want wat is er duurzamer dan zelfgekweekte groente van een lokaal ras?
Oude Groninger groenterassen die ik heb kunnen vinden zijn – het zal je niet verbazen – vooral peulvruchten en kolen. Soms waren ze makkelijk te vinden: gewoon bij de lokale bouwmarkt, bijvoorbeeld. En soms moest ik flink zoeken en zaden bij een specifieke lokale kweker bestellen.
Gelukkig bestaan er zadencollecties, genenbanken en enthousiaste kwekers die oude rassen in stand proberen te houden (zoals leden van De Oerakker). Dat kan, omdat oude rassen ‘zaadvast’ zijn. In tegenstelling tot F1-hybride rassen kun je van deze gewassen zaden oogsten en het volgende jaar gewoon opnieuw uitzaaien. Doordat ze veelal natuurlijk bestoven worden zijn de gewassen niet altijd uniform. Zo kunnen ze afwijken in kleur en vorm. Ook kan de opbrengst wat grilliger zijn. Maar: de smaak is vaak veel beter dan de hybrides die je in de supermarkt vindt. Veel zaadvaste rassen zijn ‘heirlooms’. Dat betekent dat ze al langer dan 50 jaar bestaan, of gerelateerd zijn aan een bepaalde plaats of familie. Oftewel: gewassen met een geschiedenis! Als historicus vind ik dat natuurlijk heel erg leuk.
Making dreuge bonen great again
Maar nu even heel eerlijk: hebben we eigenlijk wel zin in ‘dreuge bonen’ en meer van dat soort ‘ouderwetse’ groenten? Die vinden we immers niet zo lekker meer. Ik ben dreuge bonen ook niet gewend, dat geef ik eerlijk toe. Onze smaak is de afgelopen decennia veranderd. Dus ligt er een uitdaging om deze specifieke groenten weer hip te maken door de bereiding ervan aan te passen naar onze huidige smaak en behoeften.
De komende maanden laat ik je een voor een kennismaken met de tien Groninger groenterassen die ik in mijn Grunnegs Toentje ga telen. Daarnaast vertel ik je over Groninger moestuinen van weleer, de Groningse keuken en andere verhalen die met het Grunnegs Toentje te maken hebben. Niets missen? Volg mij dan ook op Facebook of Instagram of doe mee met de hashtag #grunnegstoentje. Tips, ideeën, herinneringen of recepten zijn altijd welkom!
© Sanne Meijer, 2023