De Fraeylemaborg, de Menkemaborg, Borg Verhildersum… Het zijn bekende Groninger borgen. Deze gebouwen begonnen in de middeleeuwen vaak als ‘steenhuis’ en groeiden pas later uit tot de borgen die we vandaag de dag kennen.
In Groningen is er nog slechts één zo’n oorspronkelijk steenhuis over: het Iwema-Steenhuis in het dorpje Niebert in het Westerkwartier. Hoog tijd voor een bezoekje!
Verdedigingswerk
In de middeleeuwen werd er in Groningen veel gevochten tussen rivaliserende families, waardoor men een veilig onderkomen zocht. Om die reden bouwden rijke families steenhuizen: hoge vierkante bouwwerken van baksteen, met dikke muren en minstens drie verdiepingen. De ingang bevond zich op de eerste etage en kon worden bereikt met een ladder. Als de vijand eraan kwam, trok men de ladder snel naar binnen! Een steenhuis was overigens niet per se altijd een verdedigingstoren, maar kon ook een soort versterkte boerderij zijn. Steenhuizen vond je voornamelijk in de provincies Groningen en Friesland en in Oost-Friesland in Duitsland.
Van steenhuizen naar borgen
Aan het einde van de middeleeuwen ontstonden nieuwe vormen van bewapening, waartegen de steenhuizen niet meer bestand waren. Ze verloren daarmee hun verdedigende functie. Bewoners bouwden de steenhuizen vervolgens uit naar landhuizen of fraaie borgen. Er zijn daarom maar weinig steenhuizen intact gebleven. Ooit stonden er wel 160 steenhuizen in de provincie Groningen – maar alleen het Iwema Steenhuis in Niebert is overgebleven.
Het Iwema Steenhuis
Het Iwema Steenhuis is rond 1400 gebouwd door (verrassing) de familie Iwema. Deze familie behoorde niet tot de Groninger hoofdelingenfamilies, wat misschien verklaart waarom het steenhuis nooit uitgebouwd is tot een borg. Uiteraard is er in de loop der eeuwen best wat aan het huis veranderd. In de negentiende eeuw het steenhuis tot boerderij verbouwd door de lokale dominee. Hij plaatste grote vensters en pleisterde het gehele gebouw wit. Toch kun je het oorspronkelijke steenhuis nog duidelijk herkennen aan de vorm van het voorhuis en aan de kloostermoppen aan de binnenzijde. Het huis wordt nog steeds particulier bewoond, maar het huis en de omliggende landerijen zijn sinds 1988 eigendom van Stichting Het Groninger Landschap.
Museum
Omdat het huis nog gewoon bewoond wordt, is dat natuurlijk niet te bezichtigen. Maar in de grote schuur is het superleuke museum ’t Steenhuus gevestigd. Hier kun je onder meer een stijlkamer, een bakkerij, een verfwinkel, een barbier, een taveerne, een kruidenierszaak en een schooltje uit het begin van de twintigste eeuw bewonderen. Ik word gastvrij ontvangen door de vrijwilligers en kijk mijn ogen uit naar de talloze objecten die er in het museum tentoongesteld staan. Vooral de bakkerij vind ik erg leuk: ik had bijvoorbeeld nog nooit van een ‘zakuitklopmachine’ gehoord. Een machine die meelzakken uitklopt. Geweldig toch?
Tuin en landerijen
Nadat ik het museum heb bekeken drink ik een kopje thee (en oké, eet ik een enorme warme wafel) op het terras. Dat mag wel van mezelf, want ik ga nog een mooie wandeling maken door de omliggende landerijen. Het Groninger Landschap heeft zelf een wandelroute uitgezet die je (hier) gratis kunt downloaden. De route staat overigens ook aangegeven met paaltjes.
De wandeling begint gelijk goed: in de tuin van het steenhuis staat de grootste rode beuk van de provincie Groningen. De tuin is helemaal gerestaureerd en in de boomgaard zijn bomen van oude appel- en perenrassen geplant. Ik vervolg de route en maak kennis met het kenmerkende coulisselandschap van het Zuidelijk Westerkwartier. De vele houtwallen zorgen ervoor dat je het achterliggende landschap (zoals groene weilanden met blije koeien) ziet verdwijnen en even later weer ziet verschijnen – alsof het een toneel met coulissen is.
Ik bewonder het slangenbosje, de drinkpoel en de elzensingels die zo karakteristiek zijn voor dit gebied. Het is warm, maar de schaduw van de bomen maakt de wandeling erg aangenaam. Ik maak foto na foto, want alles ziet er prachtig uit. Ik kom onderweg vrijwel niemand tegen – maar het oorverdovende vogelorkest zorgt er wel voor dat ik me niet helemaal alleen op de wereld voel!
© Sanne Meijer, 2019