In de koordeur van de kerk van Zandeweer zit een kogel. De kogel vertelt een bijzonder verhaal over een turbulente tijd in Zandeweer: de clash tussen de patriotten en prinsgezinden.
Jaarlijks staren er duizenden mensen naar de twee kogelgaten in de muur van het Prinsenhof in Delft. ‘Getuigen van de moord op onze Vader des Vaderlands’ worden ze wel genoemd. Ik ben er ook wel eens geweest, maar vanwege het gedrang en de rondvliegende selfie-sticks heb ik er maar weinig van kunnen zien. Bij de kogel in de koordeur van de kerk van het Groningse Zandeweer, echter, is het opvallend stil.
Hier geen rijen toeristen gewapend met fotocamera’s en telefoons. Ik sta alleen op het kerkhof van Zandeweer en kan een speld horen vallen. De zon hangt laag boven de horizon, de dag is bijna voorbij. In de verte hoor ik een vogel fluiten en een slanke kat komt nieuwsgierig een kijkje nemen. Ik aai hem en loop een rondje om de kerk. Wat een sereniteit en rust. Alleen de loden kogel in de koordeur in de kerk verraadt dat Zandeweer ooit woester tijden heeft gekend.
De kogel in kwestie hangt er maar wat eenzaampjes bij. Hij zit al vanaf 1787 in de koordeur. Als we de vocabulaire aanhouden waarmee de kogels van Balthazar Gerards werden omschreven, dan is de kogel van Zandeweer een ‘Getuige van de strubbelingen tussen patriotten en prinsgezinden’.
De Patriotten vs. Prinsgezinden
Om te begrijpen wat er hier heeft voorgevallen, gaan we eerst terug naar de nacht van 25 op 26 september 1781. Die nacht werd er overal in het land een anoniem pamflet verspreid (al snel bleek dat ‘anoniem’ stond voor Joan Derk van den Cappellen tot den Pol, een Overijsselse edelman). Dit pamflet was gericht ‘Aan het Volk van Nederland’ en riep burgers op om een revolutie te starten, tegen de corruptie en de vriendjespolitiek onder de Nederlandse aristocratie.
Er ontstond een politieke en maatschappelijke beweging van ontevreden burgers, die zichzelf patriotten noemden. Zij wilden terug naar de ooit zo glorieuze Republiek, en tegelijkertijd een grotere individuele vrijheid en meer burgerrechten. Sterker nog, de macht moest toekomen aan de burgers zelf en niet meer aan de stadhouder. Want, zo schreef anonieme Joan Derk: ‘Vorst Willem, het is alles uw schuld.’
Het bleef niet bij woorden. De patriotten verenigden zich in genootschappen. Sommige pakten zelfs de wapens op en kwamen bijeen in schutterijen. Hiermee kwam er, grofweg, een tweedeling in Nederland: de patriotten aan de ene kant, en de aanhangers van de prins (de prins- of Oranjegezinden) aan de andere kant.
Deze verdeeldheid stelde zich overal in Nederland tentoon. Zelfs in Groningen, ver weg van het Haagse geëmmer. De spanningen konden zelfs tot conflictuitbarstingen leiden. We schrijven Zandeweer, 1787.
De Clash van Zandeweer
In het kerkje van Zandeweer preekte destijds een dominee met hevige patriottistische gevoelens. Dominee Johannes Dekens, heette hij. Enkele jaren eerder had hij met gelijkgestemden een lokaal vrijcorps opgericht, en openbaarde zijn patriottistische gevoelens aan iedereen die het maar wilde horen. En ook aan iedereen die het niet wilde horen, trouwens (zelfs tijdens zijn preken probeerde dominee Dekens het patriottistisch gedachtegoed aan de kerkgangers te slijten). Aangezien veel dorpelingen en boerenarbeiders overtuigd Orangist waren, viel dit niet altijd in goede aarde. Die ergernis werd alleen maar groter toen het vrijcorps besloot te gaan patrouilleren, zwaaiend met hun snaphanen (dat zijn geweren, geen pluimvee). Zij sommeerden kerkgangers met een oranje strik om deze af te doen. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen.
Op een mooie zondag in juni barstte de bom (figuurlijk). Een aantal boerenknechten knutselden van koolzaadbloemen een hoofdtooi (als een oranje kroon, maar dan geel?) en marcheerden luid scheldend naar de kerk van Zandeweer. Daar stond dominee Dekens te preken. Met veel kabaal stampten de prinsgezinde boerenarbeiders de kerk in en verstoorden daarmee de dienst. De dominee vroeg hen de kerk te verlaten, maar dit weigerden ze. De maat was vol. De commandant van het vrijcorps liet daarop de troepen aanrukken. Zij namen hun snaphanen mee. De indringers zetten het op een drafje en verlieten via de koordeur de kerk. Eén van de patriottistische leden van het vrijcorps haalde zijn snaphaan over. De kogel kwam net te laat en belandde in de dichtslaande koordeur. Daar zit ’ie nog steeds.
Omdat de Orangisten na de beschieting hadden geroepen dat zij de kerkklok zouden gaan luiden om hun geestverwanten uit de omliggende dorpen op te roepen, besloot het vrijcorps de kerktoren en het klokkentouw van Zandeweer goed te bewaken. De Orangisten kwamen angstaanjagend dichtbij de toren, ware het niet dat andere vrijcorpsen uit de buurt de dominee en zijn vrienden op tijd te hulp schoten. Op die manier bleven Katharina en Maria ongedeerd (voor alle duidelijkheid: er zaten niet twee patriottistische dames in de toren, maar Katharina en Maria zijn de namen van de kerkklokken in Zandeweer).
Toch bleef het de hele dag onrustig, ook in de omliggende dorpen zoals Oldenzijl en Oosternieland. In Oosternieland werd het huis van de eveneens patriottistische dominee met stenen bekogeld. ’s Avonds arriveerden de heren van het gerechtshof. Zij stelden een onderzoek in, lieten arrestaties verrichten en zorgden ervoor dat de rust terugkeerde.
Het liep in eerste instantie niet goed af voor dominee Dekens. Nadat de macht van de Oranjes weer hersteld werd, kreeg de dominee te horen dat hij ontslagen en verbannen werd. Maar, toen de patriottistische beweging in 1795 weer opleefde, kon dominee Dekens echter weer terug keren naar Zandeweer. De kogel zat nog in de koordeur en herinnerde hem elke keer weer aan die spannende zomerzondag in 1787.
Bronnen
Boels, H. “Vriend en Vijand.” Lezing Historische Vereniging Middelstum, 8 oktober 2014, via http://www.historischeverenigingmiddelstum.nl/pdf/Lezing%20van%20dhr%20Boels%2008%20oktober%202014.pdf.
Knottnerus, J. “Zandeweer.” Oude Groninger Kerken in beeld 2: Hun bouwstijlen, inrichting en kunst getoond, via http://home.kpn.nl/ogroke2/zandeweer_15.htm.
Met grote dank aan de familie Broekhuizen voor hun behulpzaamheid.
© Sanne Meijer, 2017