maandag 28 juli 2014
Deze zomer reis ik langs het Boterdiep van Groningen naar Uithuizen en zal verslag doen van alle mooie en bijzondere plekken die ik onderweg tegenkom. Mijn doel is om te laten zien dat ook dichtbij huis prachtige plaatsen te vinden zijn, allen met hun eigen verhaal. Deze keer blog ik over het zesde gedeelte: van Stitswerd naar Middelstum.
Ik verlaat Stitswerd op dezelfde manier als ik er gekomen ben; terug over de lange en eenzame weg tot ik weer uitkom op de Onderdendamsterweg. Terug naar het Boterdiep. Ik sla linksaf richting Middelstum. Aan mijn rechterhand glinstert het water. Onderweg kom ik langs het gehucht Fraamklap. Dit is nou een typisch voorbeeld van een plaatsnaam die mij om onverklaarbare redenen intrigeert. Het gehucht zelf stelt niet veel voor, maar bestaat grotendeels uit een aantal gebouwen rondom een brug en een bedrijventerrein. Ik begrijp dat het ‘klap’ uit Fraamklap te maken heeft met de brug over het Boterdiep. Maar vanwaar dan dat ‘Fraam’? Enig onderzoek vertelt mij dat dit verwijst naar een voormalige borg genaamd ‘Fraam’. Deze borg stond echter in Huizinge, toch een kleine vier kilometer verderop. De naam ‘Fraamklap’ gaf aan waar men moest afslaan en dus het water moest oversteken om bij deze borg te komen. Het gehucht is vooral bekend vanwege het café dat zich er bevindt; café Tuitman.
Het café laat ik aan me voorbij gaan en ik volg het Boterdiep Middelstum in. Hier ben ik vaker geweest en nog immer waardeer ik de radiale wierdestructuur en het historische centrum van het dorp. Ondanks dat het midden in de week is, is het er heel rustig. De straten zijn uitgestorven. Ik loop midden op de weg tot ik bij de kerk uitkom. Dit is heel gemakkelijk met zo’n radiale structuur: alle wegen lopen naar de kerk, letterlijk en figuurlijk het schitterende middelpunt van het dorp. Deze laat-gotische St. Hippolytuskerk werd in 1445 gebouwd in opdracht van de machtige hoofdeling Onno van Ewsum, telg uit het adellijke Ewsum-geslacht waar in mijn volgende artikel nog veel meer over volgt. Diens zoon vergrootte de kerk nogmaals in 1523.
Het dorp zelf bestond waarschijnlijk al veel langer; het wordt voor het eerst genoemd in een document dat stamt uit het jaar 945. Al snel groeide Middelstum uit tot een belangrijke plaats waar meerdere borgen stonden die bewoond werden door adellijke families, zoals de Borg Mentheda, Borg Asinga en Borg Ewsum. Van de eerste is helaas niets terug te vinden, van de laatste twee wel. In het midden van het dorp staat nog het poortgebouw van borg Asinga. Deze borg stond achter de kerk. Of beter gezegd; de kerk stond binnen het terrein van de borg. Nu is alleen de noordelijke gracht nog intact, en het poortgebouw. Deze Asingaborg heeft door de jaren heen vele verschillende, bijzondere eigenaren gekend. In de zestiende eeuw kwam het in handen van een meneer met de wonderlijke naam Hercules van Ewsum. Ja, er heeft een Hercules in Middelstum gewoond, dat pimpt het dorp natuurlijk wel een beetje op. Hij bouwde een huis op het terrein van de Asingaheerd, zoals het toen heette, maar moest door een financieel opstootje het terrein overdragen aan iemand anders. Hercules verhuisde daarom naar Winsum. Ook daar ging het jammer genoeg niet goed met zijn bezit. Het begin van de Tachtigjarige Oorlog deed hem de das om, aangezien hij niet in de smaak viel bij de Spanjaarden. In 1568 werden zijn bezittingen verbeurd verklaard, het zat hem niet mee.
Andere bijzondere eigenaren van de Asingaheerd waren de steenrijke Everardus Everardi ab Emda en zijn vrouw Albertien Veelcker. Zij hebben in 1611 het poortgebouw laten bouwen, die tot op de dag van vandaag nog te zien is. Het familiewapen en het jaartal zijn nog te zien. Dit poortgebouw was echter niet een alledaagse. Everardus en Albertien hadden namelijk de Reformatie aan zich voorbij laten gaan en waren katholiek gebleven, iets waar je bij het merendeel van de bevolking destijds niet veel pluspunten mee verdiende. Het poortgebouw had daarom een dubbelrol als schuilkerk, waar Everardus en Albertien in het geniep hun godsdienst konden uitoefenen.
Halverwege de achttiende eeuw kwam de borg in handen van een meneer die daar helemaal geen zin in had. Fanatiek begon hij met de sloop van de borg, waarbij alleen de schuur en het poortgebouw gespaard werden. Het poortgebouw werd daarna meerdere malen ter huur aangeboden, maar kon op weinig enthousiasme rekenen. Pas veel later, begin twintigste eeuw, werd het gebouw gerestaureerd. Van het borgterrein is nu een gedeelte bebouwd, en een gedeelte park.
Ik verlaat het poortgebouw van de Asingaborg en loop via de Asingalaan richting het water. In de straat kom ik nog meer oude gebouwen tegen, zoals de zeventiende-eeuwse herberg De Valk. Er staat een bankje aan de waterkant. Terwijl ik in de zon zit komt er een dapper eendje op mij afzwemmen, met wie ik een koekje deel. Het Boterdiep werd in 1660 doorgetrokken van Bedum via Middelstum naar Kantens. De weg die er naast loopt, heet uiteraard de Trekweg: hier liepen de mannen, vrouwen en paarden te zwoegen om de schuit te trekken. Deze verbinding bracht economische voordelen met zich mee, en binnen de korte keren stonden er verschillende molens en fabrieken in Middelstum.
Tijd om weer verder te gaan, maar ik verlaat Middelstum nog niet. Het Boterdiep stroomt noordwaarts, langs Borg Ewsum. Daar zal ik volgende keer een bezoekje aan brengen.
Alle afleveringen van mijn tocht langs het Boterdiep zijn hier te vinden!
© Sanne Meijer, 2014.