De weergoden waren monumenten-minnend Nederland goed gezind. Vrijwel geen zuchtje wind (altijd fijn als je op de fiets bent), een stralend blauwe lucht en een heerlijk warm zonnetje. Het was een typische najaarszon: een bol oranje vlammen die een prachtig licht verspreid. Al met al een dag waarvan je weet nog even gebruik te moeten maken, waarvan je nog even moet genieten, omdat het één van de laatsten van het seizoen kan zijn. En genieten, dat heb ik gedaan.
Op zaterdag 10 september, de eerste dag van het jaarlijkse Open Monumenten-weekend, was ik al op tijd onderweg naar het Hoogeland. Er stond namelijk genoeg op het programma. Een aantal weken eerder had ik jullie, mijn lezers, gevraagd me te helpen bij het kiezen van de monumenten die ik zou gaan bezoeken.
Omdat ik afhankelijk ben van mijn fiets, had ik uiteindelijk gekozen voor twee plaatsen die bij elkaar in de buurt liggen: Onderdendam en Stitswerd. Deze plaatsjes zou ik aan het einde van de ochtend en aan het begin van de middag aandoen. Ik was van plan de rest van de dag lukraak door de omgeving te fietsen en te stoppen als ik onderweg een open monument tegen zou komen. Ik moest er enkel voor zorgen rond 19:00u te eindigen in Oosterwijtwerd, omdat daar een heerlijk viergangendiner op me wachtte bij Restaurant Veldzicht (en dat wilde ik natuurlijk niet missen).
Hieronder zijn verhaaltjes te lezen over de plekken die jullie, mijn lezers, hebben uitgekozen. In beide gevallen betreft het een Hoogelandster kerk – maar daar houden de overeenkomsten dan ook op. Maak kennis met twee hele verschillende Open Monumenten in Onderdendam en Stitswerd.
De Gereformeerde Kerk van Onderdendam: Amsterdamse School op het Groninger Platteland
Je kunt met een gerust hart zeggen dat de gereformeerde kerk in Onderdendam een buitenbeetje is. Het gebouw valt in ieder geval redelijk uit de toon als je denkt aan andere kerken op het Hoogeland. Voor de deur van de gereformeerde kerk zit een mevrouw op een stoeltje iets kleurrijks te haken. Ze kijkt op door mijn komst en geeft me wat informatieve foldertjes. Binnen krijg ik een lekker kopje koffie en ga op één van de kerkbankjes zitten om wat meer over dit imposante bouwwerk te lezen.
Aan het begin van de twintigste eeuw groeide de gereformeerde gemeenschap in Onderdendam zodanig, dat het toenmalige kerkgebouw te klein begon te worden. In 1932 krijgt de populaire architect Albert Wiersema de opdracht een nieuwe kerk te bouwen. Hij ontwerpt een zaalkerk in Amsterdamse school-stijl. Dat is goed te zien aan de in waaiervorm-opgestelde banken en het met hout betimmerde paraboolgewelf. De grote glas-in-lood ramen zorgen ervoor dat het binnen prachtig licht is.
Ik loop rond door de kerk. Het interieur van de kerk zorgt ervoor dat het een, voor mij, heel ander soort sfeer uitstraalt. Via een smal trappetje loop ik een etage hoger. Een klein kamertje, achter het orgel, is ingericht als Wiersema’s werkkamer. De muren zijn voorzien van bouwtekeningen.
Beneden, achterin de kerk, zijn twee stijlkamers ingericht met Amsterdamse School meubelen. Deze meubelen, geheel passend bij de architectuur van de kerk, zijn afkomstig uit een nalatenschap van de familie Wasch aan de Stichting Oude Groninger Kerken. De meubelen zijn gemaakt door de meubelfabriek Heres te Veendam en geven een beeld van de Groninger Amsterdamse School-stijl in de jaren 1920-1940.
De muren zijn een engelachtig lichtblauw geschilderd en de kamers vormen een rustig geheel. Op een tafeltje staat een glazen vaasje met sigaren. Een oude radio staat in de hoek. Dit is een keer niet iets ‘typisch’ Gronings, maar daarom juist verrassend. En dat maakt deze ochtend in de kerk van Onderdendam superleuk.
De Georgiuskerk van Stitswerd: Geel Baken op Groene Wierde
De kerk van Stitswerd, zo’n vier kilometer verderop, lijkt in niets op de kerk in Onderdendam. Dit is wél zo’n typisch Gronings kerkje: stammend uit de middeleeuwen, klein van stuk, hervormd. En in tegenstelling tot de kerk van Onderdendam, heb ik de kerk in Stitswerd eerder bezocht.
Nou ja, bezocht… Ik ben er een keer omheen gelopen, maar heb nog nooit het interieur bezichtigt of me verdiept in de geschiedenis van het gebouw. Als altijd wanneer ik in Stitswerd arriveer (wat niet heel vaak is, omdat het zó geïsoleerd ligt), ben ik geraakt door de simpele schoonheid van het dorp. Tip voor Stitswerd-gangers: loop eens naar het haventje aan de Havenweg en neem plaats op de steiger of de schommel die in de boom hangt. Het uitzicht zal je gegarandeerd niet teleurstellen. Groene weilanden zover het oog reikt, een schitterend watertje, een geit in een hokje en een kleurrijk kerkje hoog op de wierde.
Simpele schoonheid. Dat omschrijft ook het kerkje zelf. Het is gebouwd in de dertiende eeuw en heeft in de loop van de afgelopen 800 jaar een aantal ingrijpende verbouwingen en restauraties ondergaan. De kerk had oorspronkelijk bijvoorbeeld een losstaande klokkentoren, maar die werd in 1653 al aangeduid als een “gantsch ruineusen en vervallen steenen toorn”. Deze werd vervangen door een dakruiter, waar de klok uit 1439 weer in kwam te hangen. In 1694 verkocht de provincie het collatierecht voor 500 gulden, een megabedrag in die tijd, aan Reint Jan Lewe van de borg Ewsum. Reint had geld genoeg en liet een windvaan en gebrandschilderde ramen met zijn wapen (een leeuw) aanbrengen.
Tegen de negentiende eeuw was de kerk al meerdere malen verbouwd, maar in 1848 was de kerk weer zeer bouwvallig. Er werd besloten grondig aan de slag te gaan. Zo werd er een nieuw venster aangebracht en werd het interieur vanwege de nieuwe lichtinval 180 graden omgedraaid. Bij deze verbouwing werd ook het metselwerk aan buitenzijde overdekt met blokbepleistering. In tegenstelling tot zoveel andere kerken, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog de kerkklok niet geroofd door Duitsers. De Stitswerders waren de bezetter te slim af. De dorpelingen hadden de klok uit de toren gehaald en verstopt op het kerkhof. De klok werd na de Tweede Wereldoorlog teruggehangen. In 1973 werd de kerk overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken, die in de jaren tachtig begon met een meerjarige restauratie. De bepleistering kreeg toen haar huidige, kenmerkende kleur.
De deur van de kerk staat uitnodigend open. Het interieur is schitterend. Menigeen zou het beschrijven als ‘sober’, maar dat vind ik altijd zo’n negatieve klank hebben. In dit geval is het ‘less is more’. De kerk heeft een aantal prachtig meubelen en een indrukwekkende preekstoel. Boven mij een kleurrijk plafond, onder mij eeuwenoude grafstenen. Hier lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Op de tafel prijkt een bos wilde bloemen. Wat wil je nog meer? Simpele schoonheid.
En we gaan nog niet naar huis…
Veel van jullie hebben mijn ‘Open Monumentendag live-verslag’ op Facebook en Twitter gevolgd. Zoals te zien was, keerde ik na Onderdendam en Stitswerd niet gelijk huiswaarts. Ik bezocht deze Open Monumentendag ook nog de kerk en de oude steenfabriek te Rottum, Borg Ewsum te Middelstum, het idyllische Huizinge, het schilderachtige Westeremden, klein Eenum, hooggelegen Leermens en smakelijk Oosterwijtwerd. Ongetwijfeld zullen ook deze plaatsjes nog eens onderwerp worden van een verhaaltje! Want wat is er toch veel moois te vinden in Groningen – als je het maar wilt zien.
Dank
Met dank aan de Stichting Oude Groninger Kerken voor hun tomeloze inzet om deze prachtige kerken in stand te houden. Tevens maak ik vaak gebruik van het vele gedigitaliseerde bronmateriaal via de SOGK. Zie www.groningerkerken.nl.