Het Pepergasthuis is één van de mooiste hofjes in Stad. Vroeger verbleven hier pelgrims, die van heinde en verre kwamen om bij de arm van Johannes de Doper te bidden. Die zou namelijk in de St. Maartenskerk (de Martinikerk) hebben gelegen. Verbaasd? Ik ook! Lees snel verder…
Het Pepergasthuis is één van de mooiste hofjes in Stad. De geschiedenis van dit hofje gaat terug naar 1405. Het Pepergasthuis was toen een gasthuis voor pelgrims die naar Groningen kwamen. In 1482 werd er een kapel bij gebouwd. Deze werd vernoemd naar Geertrudis van Nijvel, beschermheilige van de reiziger. Het Pepergasthuis stond daarom ook wel bekend als het Geertruidsgasthuis.
Maar waarom kwamen er pelgrims naar Groningen? En in ook nog in zodanig grote getale, dat er een gasthuis nodig was? Daarvoor gaan we naar de Martinikerk, omdat daar vroeger iets héél bijzonders te bezichtigen was.
Een ledemaat in de Martinikerk
De huidige Sint-Maartenskerk (Martinikerk) werd in de dertiende eeuw gebouwd. Sinds 1220 lag daar, op een speciaal altaar, de arm van de heilige Johannes de Doper. Ja, je leest het goed: in de Martinikerk lag ooit een ledemaat van de man die wordt gezien als de leraar en de doper van Jezus.
Maar hoe kwam de arm van Johannes de Doper dan in de Sint-Maartenskerk terecht? Volgens de legende gaf een koopman een prostituee de opdracht om een monnik af te persen, en zo de begeerde relikwie in handen te krijgen. Waar zich dit precies afspeelde is me onduidelijk. Hoe dan ook, de koopman komt vervolgens terecht in Groningen, waar hij een huis laat bouwen en in één van de pijlers de arm verstopt. De arm brengt hem geluk en rijkdom. Maar zijn geheim komt uit en het Groninger stadsbestuur besluit dat de arm, dat een reliek wordt genoemd, in de Sint-Maartenskerk moet komen te liggen.
Wonderen
Het behoeft weinig verklaring dat deze arm een grote trekpleister bleek. De arm werd in een met juwelen versierde reliekhouder gestopt en op een speciaal altaar getoond. Pelgrims uit alle windstreken kwamen de wonderbaarlijke arm bekijken. Men geloofde dat deze arm ziekten kon genezen. Bisschoppen verleenden aflaten, een soort kwijtschelding van zonden, aan pelgrims die de arm van Johannes kwamen aanbidden. De reliek werd voor het stadsbestuur en de rijke burgerij een symbool van hun macht: zij waren de officiële bezitters van de arm, en niet de kerk. De stad profiteerde enorm van de arm van Johannes de Doper. Maar omstreeks 1588 verdween de reliek van Johannes de Doper op mysterieuze wijze. Tot op de dag van vandaag is de arm nog immer niet teruggevonden…
Dolhuis
De verdwijning van de reliek maakte een einde aan de stroom pelgrims. In 1594 kreeg het Pepergasthuis dan ook een nieuwe bestemming: het werd een woningcomplex voor oude Stadjers. Daarnaast werd een deel van het complex ingericht als “dolhuis”. Rijkere Stadjers konden op zondag tegen betaling de “dollen” (armelui) bekijken, als een menselijke dierentuin… Inmiddels bestaat het hofje uit kleurrijke (huur-)woningen. De kapel is nog steeds in gebruik en in de oude eetzaal kan getrouwd worden. Een prachtig stukje verstopte Stad!