Als je m’n blog en/of sociale media al enige tijd volgt, dan weet je dat ik gék ben op oude kerkhoven in Groningen. Klinkt luguber, maar valt best mee. Als je goed kijkt, kun je er de tofste verhalen vinden. Soms vrij letterlijk: op het kerkhof van Vierhuizen ligt een interessante grafsteen met een verhaal erop.
Op het kerkhof van Vierhuizen spotte ik eens een grote grafzerk volledig bedekt met tekst. Ondanks dat die grafsteen ruim 230 jaar oud was, kon je nog goed lezen wat erop stond. De overledene vertelt op die zerk hoe hij aan zijn eigenaardige dood is gekomen. Dat doet hij dan ook in de ik-vorm. Dat is wel een beetje een vreemde gewaarwording, want de in 1787 overleden man lijkt je zodoende direct toe te spreken vanuit zijn graf. Klaas Jans heette hij, en hij was een gezond mens tot het noodlot toesloeg. Op zijn grafsteen staat te lezen:
Toen ik nog was, zeid men van mij
Geen sterker mensch ziet men als gij
’t Was waarlijk soo maar merkt dat god
Mij deed ontmoeten tot mijn lot
De 28-jarige Klaas Jans had al jaren last van een liesbreuk en besloot op een koude dag in februari 1787 over het Reitdiep richting Groningen te schaatsen om naar de breukenmeester te gaan.
Daar ‘k ’s morgens van mijn vrouw en kind
Hoe sterk geliefd en teer bemind,
Mijn afscheid nam op schaatsen reed
Na Gruno’s stad, daar nu nieuw leed
Mij nu weer trof doordien een breuk
Mij jaaren lank veel smart en kreuk
Heeft angebracht.
Maar de breukenmeester kon Klaas Jans niet helpen. Sterker nog, hij stuurde hem weer terug naar huis. Klaas Jans bond de ijzers weer onder en schaatste door de kou terug naar Vierhuizen. Dat was geen pretje.
In deeze stand waarom ik vrij,
Bij een breukmeester mij begaf,
Maar juist die man had op de pas,
Geen baat, zoodat ik doe
Mij dus beried om naar huis toe
Op schaatsen weer te rijden wou
In zulk een stand is waare rouw
Afgepeigerd door de pijn en de barre weersomstandigheden arriveerde hij. Drie dagen na zijn thuiskomst is hij – ondanks de inspanningen van twee lokale artsen – gestorven.
Ik kwam zoo thuis
Doornat gesweet van pijn en kruis
Bij mijn geliefde vrouw en kroost.
Direkt na ’t bed, ‘k was afgeslooft.
Terstond gehaald twee artsen om raad
Vlijt angewend, maar ’t was te laad.
Want ziet, geen kruid voor mij zij kenden
Moest ik den derden dag ten enden
Mijn leeftijd zijn, dus ben ik net
Ten tiende dag in ’t graf gezet.
Vanwaar ik weer verijsen zal
Vaarwel geliefde, looft God al.
Bronnen
Graaf, de, E. “Eerzame schaatser”. GraafWerk, http://erikdegraaf.blogspot.nl/2012/02/de-eerzame-schaatser.html.
© Sanne Meijer, 2019