Al een aantal jaren ben ik op ontdekkingstocht door Groningen, mijn eigen provincie. Nu we wegens de coronacrisis aangewezen zijn op vakantie in eigen land, kan ik het niet helpen een sprongetje van blijdschap te maken. Want wat is het een voldoening om toerist in eigen regio te kunnen zijn. Een klein pleidooi voor ‘lokaal reizen’ – en ook een beetje een ode aan Groningen.
Eigenlijk is het een gek iets: als we in het buitenland zijn, dan gaan we opeens kerken bekijken, bewonderen we de prachtige gevels van oude pakhuizen, en gaan we kanoënd de natuur in. Dat doen we in onze eigen regio maar sporadisch. Je weet wel, dat je al jaren elke dag langs een museum of natuurgebied fietst maar er nog nooit bent geweest. Dat is iets heel gewoons: we nemen onze eigen omgeving vaak voor lief. ‘We kennen het wel’, denken we dan. Maar is dat wel zo?
Op pad
Jaren geleden, ik studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, besloot ik dat ik reisverhalen wilde schrijven. Verhalen over mooie landschappen en oude steden, over onontdekte plekken. Ik zag mezelf al met pen en papier in de hand door musea struinen en op terrasjes borden vol lekker eten wegwerken. Eén probleem: ik had geen tijd en geen geld. Ik was immers student. Daar vond ik al snel een oplossing voor: ik besloot om als toerist door mijn eigen provincie te trekken. Want hoe goed kende ik mijn ‘eigen’ Groningen nou eigenlijk?
Mijn eerste reis voerde me naar het dorpje Leegkerk, even ten westen van de stad Groningen. Ik raakte betoverd door de mysterieuze wierde (of terp), de eeuwenoude kerk en de spannende verhalen over plunderingen en brandstichting op deze plek. Niet lang daarna sprong ik op de fiets naar mijn volgende bestemming. Ik fietste van Lauwerszee tot Dollard tou, speurde naar verdwenen dorpen in de Ommelanden, wandelde langs de grenspalen in Westerwolde en bezocht verstopte hofjes in Stad.
Lokaal reizen
Inmiddels zijn we zes jaar verder en ben ik nog steeds niet uitgekeken. Mijn must-visit lijst in Groningen is nog steeds van indrukwekkend formaat. Op de fiets – lokaal reizen is duurzaam reizen – ontdek ik de natuur, cultuur en geschiedenis van mijn eigen omgeving. Ik schrijf over de schitterende landschappen, oude volksgebruiken en bijzondere mensen die ik onderweg tegenkom. De verhalen en foto’s op mijn website en sociale media vormen mijn reisverslag.
Mijn ontdekkingstochten door Groningen bleven niet onopgemerkt. Het is hartverwarmend om te zien hoeveel mensen mijn liefde voor Groningen delen en mijn avonturen zijn gaan volgen. Inmiddels heb ik er zelfs mijn werk van kunnen maken! Ik mag leuke artikelen schrijven over Groningen en allerlei projecten op het gebied van Groninger cultuurhistorie en toerisme coördineren en organiseren. Daarnaast vertel ik regelmatig over mijn ontdekkingstochten in regionale kranten en op tv en radio.
De schoonheid van het alledaagse
Maar wat is nou jouw méést favoriete plek in Groningen? Dat is waarschijnlijk de vraag die mij het meest gesteld wordt. En tegelijkertijd ook de vraag die ik het slechtst kan beantwoorden. Want Groningen is divers. Héél divers. Hoe kan ik de bossen en heidevelden van Westerwolde nou vergelijken met de uitgestrekte polders van het Oldambt? Of de rechte lijnen van de Veenkoloniën met de houtwallen van het Westerkwartier? Of de studentenstad Groningen met de kleine wierdedorpjes van het Hogeland? Het is allemaal mooi. Sterker nog: het is juist die diversiteit die Groningen zo verrassend maakt. Het is de rust en ruimte – met die bruisende stad in het midden.
Voor mij zit het mooiste van Groningen in de alledaagse dingen. De dingen die er eigenlijk altijd zijn, en waar ik op een haastige dag aan voorbij vlieg. Maar toerist-Sanne, of vakantie-Sanne, die ziet wel hoe mooi die kat in dat open stalraam zit. En hoe de gele stokrozen afsteken tegen de oude rode bakstenen muur, hoe de schapen huppelen op de dijk, hoe het zonlicht in goudgele bundels door het bladerdek uiteenvalt, hoe de schots en scheven grafstenen op het eenzame kerkhofje bedekt worden door klimop, en hoe fijn de geur van bloeiende aardappelvelden kan zijn. Schoonheid is overal, maar je moet het wel kúnnen en vooral ook wíllen zien.
Gewoon gaan
De Martinitoren, het klooster van Ter Apel, de Menkemaborg, vesting Bourtange… Het zijn stuk voor stuk toeristische highlights – en met recht natuurlijk. Musea zijn er in Groningen in alle soorten en maten, van het Groninger Museum tot het politiepettenmuseum, en perfect voor een dagje of middagje uit. Liever actief bezig? Meer dan genoeg mogelijkheden om te wandelen, fietsen of varen in Groningen. Of ga lekker uitwaaien op het Wad, peddelen in ’t Roegwold of heerlijk lokaal eten in het kerkje van Klein-Wetsinge. Struinen, shoppen, cultuursnuiven, eten – voor ieder wat wils.
Ik heb gemerkt dat ik mijn fijnste reiservaringen heb beleefd door maar gewoon te gaan. Vagelijk te bedenken waar ik zo ongeveer heen zou willen, en dan op de fiets te stappen. Altijd de kleinste weggetjes pakken, de landweggetjes of fiets- en wandelpaden. Slingerend, soms onverhard, omzoomd door groen. Vertrouwen op ‘ik zie wel’. Op die manier stuit je onderweg op onbekende pareltjes, picknick je op unieke plekken en maak je kennis met de oneindige gastvrijheid van Groningers. Ver van de gebaande paden. Genietend van de kleine dingen. En het allerbelangrijkste: met een open blik. Zo open als Groningen.
Tips nodig voor een dagje uit of vakantie in Groningen? Ik help je natuurlijk graag! Stuur me een berichtje via sociale media of mail naar info@sannemeijeronderweg.nl.
© Sanne Meijer, 2020