zondag 21 februari 2016
In mijn serie ‘Van Lauwerszee tot Dollard tou’ maak ik een fietstocht langs de Groninger zeedijk. Zo ontdek ik beetje bij beetje de Groninger waddenkust. In deze episode fiets ik door de Noordpolder.
Vanuit Westernieland fiets ik richting Den Andel, waar ik nog nooit eerder geweest ben. Het is een dorp bestaande uit lintbebouwing langs de Oude Dijk. Den Andel heeft het, net als zoveel andere dorpjes die ik onderweg bezoek, niet makkelijk gehad. In 1584 werd het dorp platgebrand door Staatse troepen en daarnaast is Den Andel meerdere malen geteisterd door overstromingen. In 1717 werden alle huizen weggevaagd door de Kerstvloed. Gelukkig betekende de aanleg van de Noordpolder minder overstromingen en meer agrarische werkgelegenheid. Dat leidde tot een sterke bevolkings- en productiviteitsgroei in het dorp.
Op de kruising met de Streekweg bevindt zich het opmerkelijke, in Art Deco opgetrokken, vroegere hotel van der Steeg, gebouwd in 1910. Het is momenteel een galerie. Ooit stond er ook een grote herberg in Den Andel, ‘Het Wapen van Turkije’ genaamd. In de jaren zestig was er nog een cafetaria in het dorp, dat eveneens ‘De Turk’ heette (later heette het iets genuanceerder cafetaria De Molen). Zo wordt de origine van de scheldnaam voor inwoners van Den Andel (‘Turken’) mij ook enigszins verduidelijkt. Ik vraag me af waar deze curieuze fascinatie van Den Andel met Turkije vandaan komt.
Tot mijn verrassing staat ten oosten van Den Andel een fabriek die een voedingsmiddel produceert dat uiterst belangrijk is voor het menselijk welzijn en mij persoonlijk al veel geluksmomentjes heeft bezorgd. In deze fabriek wordt namelijk… *tromgeroffel*… raspatat gemaakt. Nooit geweten dat dit lekkernij uit het uiterste noorden van Groningen komt!
Vanaf Den Andel ga ik alleen maar noordwaarts. De wegen zijn recht, de gronden vlak. Ik herinner me iets wat ik laatst gelezen heb over deze kaarsrechte wegen nabij de dijk. Vaak heten die Schaapweg of Schapenweg, omdat de boer zijn schapen via deze paden naar de kwelders leidde. Dijk volgt op de dijk. De hemel is hier zo ontzettend groot en reikt overal om mij heen tot de grond. Ik voel me onder de indruk, zoals altijd in het weidse noorden. Welkom in de Noordpolder.
Boven Den Andel, Warffum, Usquert en Uithuizen ligt dus de Noordpolder. Dit gebied is 3500 hectare groot en daarmee één van de grootste waddenpolders. Het is in 1811 aangelegd. Voor de inpoldering waren de kwelders al geruime tijd bewoond. Deze buitendijkse boerderijen lagen op wierden, ter bescherming van het onvoorspelbare water. Nu liggen ze in een landschap van langgerekte percelen. Die langgerekte percelen zijn ontstaan door het recht van opstrek. Dit houdt in dat bij het ontginnen van kwelders, het nieuwe land toekwam aan de boer die het stuk land gebruikte. Dit recht gold ook voor de buitendijks gelegen boerderijen. Vandaar de langwerpige stukken land.
Ik fiets steeds verder en geniet van de dichterbij komende zeelucht, de overscherende vogels, de gekleurde luchten. Ik verbaas me over de grote boerderijen. De meest imposante boerderij van de Noordpolder is misschien wel Groot Zeewijk. Op het erf is zelfs een eigen familiebegraafplaats te vinden. Groot Zeewijk bestond al geruime tijd voor de inpoldering. De boerderij lag destijds buitendijks, maar wel op een soort heuveltje, zodat de boel niet kon overstromen als het vloed werd.
Vanaf Groot Zeewijk is het nog maar een klein eindje naar mijn eindbestemming voor vandaag. Die eindbestemming is slechts een stipje op de kaart, maar bekend bij iedere Groninger: Noordpolderzijl. Dit buurtschap ligt in het uiterste noorden van het Nederlandse vasteland, enkele kilometers ten noorden van het dorp Usquert. Noordpolderzijl kent het kleinste open zeehaventje van Nederland. Het haventje is alleen bij hoogtij bereikbaar via een smalle en ondiepe geul. Bij laagwater valt de haven geheel droog.
Door de inpoldering van de Noordpolder in 1811 verdween de open zeeverbinding met de dorpjes Usquert en Warffum. Voor de kleine vissersboten uit Usquert werd Noordpolderzijl zodoende de nieuwe thuishaven. De vissers die hier aangemeerd lagen, visten vooral op garnalen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam de visserij steeds meer tot bloei en telde de Usquerder vissersvloot ongeveer tien schepen. In het begin van de jaren tachtig is de noordelijke zeedijk op Deltahoogte gebracht en werd er een afwateringsgemaal gebouwd waardoor de oude sluis haar functie verloor en werd dichtgemetseld. Wegens de schaalvergroting in de visserij en de sluiting van de visafslag in Noordpolderzijl, waren de resterende visserschepen van de vloot van Usquert gedwongen uit te wijken naar Lauwersoog en de Eemshaven. Nu dient de haven van Noordpolderzijl voornamelijk nog als aanlegplaats voor passerende schepen.
De wind waait hard – zoals altijd in Noordpolderzijl, ik ken het niet anders. De natuur heeft hier vrij spel. Vogels vliegen snel heen- en weer, schaapjes grazen op de kwelders en een groepje paarden kijkt me nieuwsgierig aan. In de verte is op heldere dagen Schiermonnikoog, Rottumeroog, Rottumerplaat en het Duitse Borkum te zien: maar ik kan enkel wat vage vormen aan de horizon opmaken.
Noordpolderzijl heeft nu vooral een toeristisch oogmerk: het is een gewilde plek om te wandelen over de dijk en om uit te waaien langs het haventje. Ook is het een veelgebruikte vertrekplaats voor wad(loop)tochten. Maar waar Noordpolderzijl vooral bekend om staat is het Zielhoes. Dit is de voormalige sluiswachterswoning, waar, zolang ik me kan herinneren, een huiskamercafé gevestigd is. Het is een heerlijke plek om na een flinke wandeling bij te komen met kop warme koffie en een stuk poffert.
Laten we eerlijk zijn – elk excuus voor een stuk Groninger poffert is geldig! Maar na een lange fietstocht door de Noordpolder, met de neus in de wind, smaakt ’ie toch wel het allerbeste.
Bronnen
Boer, J. Dijkrijk: Noordpolder 1811-2011. Welzo Media Prod. bv, 2011.
Meer lezen?
Nog niet uitgelezen over mijn tocht langs de Groninger kust? Klik hier!
© Sanne Meijer, 2016.