In mijn serie ‘Verdwenen dorpen van de Ommelanden’ ben ik op zoek naar lang vergeten dorpjes in de Groninger Ommelanden. Vaak zijn de overgebleven historische kerkhoven het enige bewijs dat er op deze eenzame plekken ooit een dorp heeft gestaan. De artikelen uit deze serie verschijnen eens in de paar weken, en zullen afgewisseld worden met andere verhalen. Vorige week bezocht ik het bijzondere kerkje van Niekerk (zie het verhaal hieronder), en nu loop ik van daar verder om op zoek te gaan naar het verdwenen dorp Vliedorp.
Ik ben in de wolken; ik heb één van de mooiste wandel- en fietspaden van de Ommelanden ontdekt. Ik wandel via het kerkepad van Niekerk naar Houwerzijl, en sla vlak voor Houwerzijl af richting Vliedorp. Een kronkelend weggetje leidt me langs het Houwerzijlsterriet, een mooi watertje. Ik kan ver kijken en zie dijken en groene landbouwgronden. Geen mens kom ik tegen en het is volmaakt stil. In de verte doemen bossen op; ik weet dat ik vlakbij Vliedorp ben.
Vliedorp is geen dorp, zelfs geen gehucht – er is niets meer, afgezien een eeuwenoud kerkhof op het restant van een wierde. Het is enkel per fiets of benenwagen te bereiken. ‘Vliedorp’ betekent zoiets als ‘vluchtplaats’ of ‘plek waar men bij hoogwater naartoe kon vluchten (vlieden)’. Er gaan veel verhalen over Vliedorp. Zo vermeldt A.J. van der Aa in zijn Aardrijkskundig Woordenboek bijvoorbeeld dat Vliedorp het oudste dorp van Groningen zou zijn; de plek van de Romeinse vesting Flevum (Vliedorp werd in de Middeleeuwen ‘Fleghum’ genoemd) en ook de plaats van de Romeinse haven ‘Manarmanis Portus’ van Ptolemaeus. Wat daar van waar is zullen we waarschijnlijk nooit weten.
Vliedorp bestond ooit uit dertien huizen, een pastorie (weem) en een kerk met kerkhof. Inwoners uit Houwerzijl kwamen in Vliedorp kerken. Dat is allemaal weg. Het kerkepad waarover ik loop is daarvan een getuigenis. In 1594 werden de kerkelijke gemeenten Niekerk en Vliedorp gecombineerd, omdat beide weinig lidmaten en weinig inkomsten hadden hadden. De ene week was er een dienst in Niekerk, de andere week in Vliedorp. Na de restauratie van de kerk in Niekerk werd omstreeks 1695 besloten enkel daar nog diensten te houden. Daarom werd het kerkepad aangelegd, zodat de Vliedorpers en Houwerzijlsters naar de kerk van Niekerk konden lopen. De kerk van Vliedorp werd nog voor 1700 afgebroken. Naast het gebrek aan bestaansmiddelen in Vliedorp speelde ook de Kerstvloed van 1717 een rol bij het verdwijnen van het dorp: bijna de helft van het inwoners verdween in de golven en kwam niet meer terug. De laatste huizen verdwenen vijftig jaar na de afbraak van de kerk, en nog eens vijftig jaar later stortte ook de losstaande toren van ellende ineen. Alleen de voormalige pastorie, de weem, bleef nog lang staan. Die bevond zich naast het kerkhof. Het streekje werd daarom ook wel Ol(le) Weem genoemd en dat is een beetje zo gebleven – al is die weem inmiddels ook verdwenen.
De wierde werd later grotendeels afgegraven, zodat de plaats van het kerkje en een gedeelte van het kerkhof verdwenen is. Er is nu een soort heuvel te zien, waar nog twaalf grafstenen liggen. Er lagen ooit wel meer grafstenen, maar die hebben boeren uit de buurt gebruikt voor allerlei doeleinden op hun erf. Beetje jammer wel natuurlijk. Na de afbraak van de kerk bleef het kerkhof wel in gebruik. Zodoende bleven de Houwerzijlsters hun doden begraven in Vliedorp, een plek op ruim twee kilometer afstand. Omdat het kerkhof zo afgelegen ligt, was het vaak alleen per boot over het Houwerzijlsterriet bereikbaar. In de winter ging men over het ijs. Hoewel het kerkhof officieel in 1868 werd gesloten, ligt er nog een grafzerk uit 1894.
Ik moet het water oversteken om bij de ingang van de begraafplaats te komen. Boven op het hoge bruggetje heb ik een prachtig uitzicht. Als ik naar het hekje toewandel, maak ik kennis met twee lieve pony’s die enthousiast op me afkomen. Ik aai ze en heb er gelijk twee nieuwe vriendinnetjes bij; ze zijn zelfs zo nieuwsgierig dat, wanneer ik de wierde op loop, ze hun snuit door het hek wurmen. Het is vreemd te bedenken dat het hier ooit bewoond was. Dat er een kerkje stond, en huizen, en een toren. Die toren, waarvan ik eerder vermeldde dat die in 1780 ingestort was, stond wel een kwartier lopen van de kerk. Dat is supervreemd. Waarschijnlijk werd de sluis van het Houwerzijlsterriet na elke overstroming zuidelijker geplaatst, en verhuisde de toren mee. In de kerk hebben veel predikanten gepreekt. De laatste predikant die in zowel Niekerk als Vliedorp de dienst verzorgde was Godefridus Hugtingius, die daarvoor predikant was geweest bij de Nederlandse ambassadeur in Portugal. Later werd hij weer opgeroepen geestelijke verzorging te bieden aan Staatse legertroepen. Bijzonder!
Het is duidelijk te zien waar de wierde is afgegraven; de noordwest kant is beduidend lager. Het is één van de meest serene plekjes waar ik ooit ben geweest. Alles groeit en bloeit weelderig. Groene takken hangen laag, het gras is hoog en de grijze stenen zijn moeilijk vindbaar. De wind waait er hard. Ik ben geen mens tegengekomen en zal ook niemand meer zien. Het is zo ver weg van de bewoonde wereld, zo ongestoord – ik ben diep onder de indruk. In het laatste jaar heb ik veel bijzondere, onbekende plekjes in Groningen ontdekt, maar soms kan eentje je zomaar raken. Er ligt een veer in het gras. Ik raap ’m op, want ik heb gewoon een souvenir nodig van deze plaats.
Bronnen
Kunst & Cultuur Info. ‘‘Kerkhof Vliedorp – Olle Weem.’’ Geraadpleegd 01-07-2015. http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/29370-kerkhof-vliedorp-olle-weem.html
Marnegebied. ‘‘Vliedorp.’’ Geraadpleegd 01-07-2015. http://www.marnegebied.nl/marnegebied_vliedorp.html.
Pieterman, K.G. Gesprek met de kerk: een rondleiding door de kerk en historie van Niekerk. Eigen uitgave, 1998.
Stulp, B. Verdwenen dorpen in Nederland, deel 4: Noord-Nederland (Waddeneilanden, Groningen, Friesland). Falstaff media, 2012.
Zonderman, J.W. Kerken met een leeuw in de gemeente Ulrum. Groningen: van Kampen, 1983.