Mijn eerste Grunneger ontdekkingstocht van het jaar bracht me naar een verstopte kerk in Zijldijk. Wat heeft deze plek eigenlijk te maken met de zestiende-eeuwse feestvierder Harmen Schoenmaker uit ’t Zandt en de hedendaagse Albert Heijn-supermarkten? Ik schreef een verhaal over Wederdopers en Doopsgezinden, uitbundigheid en ingetogenheid, verleden en heden.
Het is een frisse januaridag in 2020 en ik ben begonnen aan mijn eerste Grunneger ontdekkingstocht van het jaar. Ik fiets over een smal paadje op de grens van de gemeenten Hogeland en Loppersum, met aan weerzijden eindeloos veel klei. De luchten zijn grijs, maar het is in ieder geval droog – beter dan dit wordt het niet vandaag. Het waait verschrikkelijk hard. Ik houd van dit open landschap, begrijp me niet verkeerd, maar de wind kent hier geen mate en beschutting is er niet. Doorploeteren dan maar – iets met goede voornemens. Ik trap stug door en denk met verlangen terug naar rolletjes en spekkedikken.
Zijldijk
De grijze waas van de dag laat alles er somberder uitzien dan het is. Het ‘morning after’-gevoel van de feestdagen helpt ook niet echt mee. Af en toe kom ik een huis tegen waar nog een verloren-uitziend strengetje verlichting in een struik bungelt. Af en toe nog een doffe vuurwerkknal. Maar het deert niet – het is hier altijd mooi. Ik ben op weg naar Zijldijk. In mijn buik fladdert een vlinder, zoals ik die altijd voel als ik een plek in Groningen ga bezoeken waar ik nog nóóit eerder ben geweest.
Zijldijk is een dorpje met zo’n 180 inwoners. Ooit stroomde hier de rivier de Fivel. Het dorp is gebouwd rond een dijk langs de rivier en heeft dan ook nog steeds de vorm van een lintdorp. De plaatsnaam verwijst naar de verdwenen sluis (zijl). De hoofdweg van Zijldijk heet nog immer de Fivelweg. Hoewel de sporen van die Fivel heus wel interessant zijn, bezoek ik Zijldijk om een andere reden: de bijzondere achttiende-eeuwse doopsgezinde kerk, of ‘vermaning’.
De verstopte vermaning
Een kerkgebouw van een doopsgezinde gemeente wordt een ‘vermaning’ genoemd. Een beetje een raar woord, laten we eerlijk zijn. Bij het woord ‘vermaning’ verschijnt voor mijn geestesoog een beeld van een berispend vingertje. Op zich is de verklaring vrij logisch: in het gebouw werden de doopsgezinde kerkgangers door de predikant (de vermaner) aangespoord (aangemaand) tot de navolging van Christus.
Ten tijde van de Republiek werden doopsgezinden ‘gedoogd’, net als de joden en de katholieken. Dat betekende dat de Doopsgezinde Kerk niet verboden was, maar aanhangers hun geloof niet zichtbaar mochten uitoefenen. Praktisch betekende dit dat doopsgezinde kerkgebouwen vanaf de openbare weg niet als zodanig herkenbaar mochten zijn. De kerk in Zijldijk is daar een prachtig voorbeeld van. Ik fiets er bijna aan voorbij. De kerk staat verdekt (of beter: verstopt) opgesteld achter de eveneens monumentale pastorie en lijkt op een prachtige oude boerenschuur. Geen toren, geen dakruiter.
Pas als ik dichterbij kom en het gebouw goed bestudeer (‘hee, spitsboogvensters!’), zie ik dat het daadwerkelijk een kerk is. Boven de ingang prijkt een stichtingssteen met het jaartal 1772 erop – hoewel het gebouw waarschijnlijk ook een voorganger heeft gehad. De vermaning in Zijldijk is de enige uit die ‘gedoog’-tijd die bewaard is gebleven in Groningen. Het gebouw is nog steeds als kerk in gebruik.
De Messias van ’t Zandt
De Doopsgezinde Kerk kenmerkt zich voornamelijk door de vrijwillige volwassenendoop en komt voort uit het gedachtegoed van de (veel radicalere) Wederdopers. Dit waren aanhangers van een revolutionaire stroming ten tijde van de Reformatie.
We gaan even terug naar de zestiende eeuw. In een boerenschuur bij ’t Zandt, een buurdorp van Zijldijk, verzamelden zich in 1535 maar liefst duizend van die Wederdopers. Zij wilden samen richting de Duitse stad Münster trekken. De Wederdopers hadden Münster namelijk benoemd tot het ‘Nieuwe Jeruzalem’. Zo’n groepsreis is natuurlijk een leuk idee, ware het niet dat deze reeds in ’t Zandt uit de hand liep. Wat zeg ik, het werd een Project X avant-la-lettre. Het begon met ene Harmen Schoenmaker. Die riep zichzelf ineens uit tot de Messias en God de Vader. Daarna slurpte hij hydra onion een ton bier leeg en schreeuwde: “Sla dood alle monniken en papen! Sla de overheid dood!” Vervolgens riep Schoenmaker zijn volgelingen op om zich te ontdoen van sieraden, wapens en kleren. Hij kreeg het hoog in de bol en besloot aan het publiek te demonstreren hoe hij, met zijn goddelijke gaven, een kreupele man kon genezen. Spoiler alert: het mislukte.
Opeens stond de stadhouder van Groningen met een troep soldaten voor de deur. Probeer je eens in te denken wat zij daar in die schuur in ’t Zandt aantroffen: duizend naakte, dronken Wederdopers die toe stonden te kijken hoe Harmen Schoenmaker tevergeefs medische wonderen probeerde te verrichten. Met een riek uit de schuur probeerde Schoenmaker de soldaten nog eigenhandig te lijf te gaan, maar hij werd opgepakt en stierf een paar dagen later in de gevangenis.
Albert Heijn
Het is stil in Zijldijk, ik kom er geen mens tegen. Ik dwaal rond het kerkgebouw en kan me die roerige tijden haast niet voorstellen. Menno Simons, die na alle gekkigheid van de jaren dertig van de zestiende eeuw de nieuwe leider van de Doperse kerk werd, gooide het roer om en voer een meer pacifistische koers. Tot zijn volgelingen behoren uiteenlopende groepen, zoals de conservatieve amish in de Verenigde Staten. Daarentegen staan Nederlandse doopsgezinden over het algemeen bekend als progressief. Voorbeeld: de doopsgezinde Anne Zernike studeerde als eerste vrouw theologie aan de Universiteit van Amsterdam en het Doopsgezind Seminarie en werd in 1911 de eerste vrouwelijke predikant van Nederland.
Er wonen nu nog zo’n 7000 doopsgezinden in Nederland. Hoewel de ingetogen leden van de Doopsgezinde Kerk lange tijd bekend stonden als ‘den stille in den lande’, heeft een flink aantal bekende Neêrlandse families doopsgezinde wortels. Denk maar eens aan de families Hein (van de Appie), Lely (-stad) en Vondel (van het park).
Ik stap weer op mijn fiets. Aan het einde van de Fivelweg in Zijldijk kronkelt een prachtig fietspad westwaarts. Het loopt parallel aan een glinsterend watertje en is omzoomd met knotwilgen. Ik besluit spontaan om dit pad te volgen. Ik zie wel waar ik uitkom, bedenk ik me. Even later blijk ik ’t Zandt binnen te fietsen, en ik glimlach in mezelf.
Bronnen
N. van der Wijk. “Sla Dood!” – Wederdopers in Groningen. De Verhalen van Groningen. Klik hier.
© Sanne Meijer, 2020