In mijn serie ‘Verdwenen dorpen van de Ommelanden’ ben ik op zoek naar lang vergeten dorpjes in de Groninger Ommelanden. Vandaag bevind ik me iets ten noorden van Delfzijl, waar ooit een gehucht met de bijzondere naam ‘Ladysmith’ lag. Ik vind dit persoonlijk één van de meest bijzondere verhalen die ik tegen ben gekomen in mijn reisjes door de Groninger Ommelanden.
Ladysmith, Zuid-Afrika, 1847-1902
Er was eens een mooi Spaans meisje genaamd Juana María de los Dolores de Léon. Ze was een weeskind van adellijke afkomst en woonde in de stad Badajoz. In 1812, toen ze veertien jaar was, werd haar stad voor de vierde keer bezet door de troepen van Napoleon. Gelukkig wisten de Britse en Portugese troepen hier, zij het op een bloedige manier, een eind maken. De Franse troepen begonnen toen maar met het plunderen van de stad. Juana zocht, samen met haar zusje, bescherming bij een aantal Britse officieren die net buiten de stadsmuren verbleven. Daar ontmoette Juana majoor Harry Smith. Het was liefde op het eerste gezicht en ze trouwden enkele dagen (!) later.
In plaats van bij zijn familie in Engeland te gaan wonen, besloot Juana dat zij haar Harry niet zo lang kon missen. Ze vergezelde hem op vrijwel al zijn militaire expedities. Dit was ongewoon voor een vrouw in die tijd: ze heeft heel wat ontberingen en zware situaties mee moeten maken. In 1847 vertrokken de geliefden naar Zuid-Afrika, waar de intussen geridderde Sir Harry gouverneur van de Kaapkolonie werd. Ook was hij een hoge commissaris voor de koningin en opgeklommen tot Luitenant-Generaal. Maar het was zijn vrouw die de show stal. Juana heette inmiddels Lady Smith en de nederzetting Windsor in de provincie KwaZulu-Natal werd in 1850 omgedoopt tot Ladysmith. De nederzetting groeide uit tot een flinke stad.
Jaren later, in het jaar 1900, toen Harry en Juana beide al overleden waren, werd Ladysmith het toneel van de Tweede Boerenoorlog.
Even wat achtergrondinformatie: in de negentiende eeuw waren de afstammelingen van Nederlandse kolonisten (Boeren) naar het noorden van Zuid-Afrika gemigreerd om te ontkomen aan de Britse heerschappij in het zuiden (bij de Kaapkolonie). Deze Nederlandstalige Boeren stichtten daar in het noorden een aantal Boerenrepublieken waarvan er uiteindelijk twee grote over bleven: Transvaal en de Oranje Vrijstaat. De Britten wilden heel Zuid-Afrika veroveren en kropen steeds noordelijker. Na een aantal schermutselingen bereikte de spanning een hoogtepunt en brak er een oorlog uit.
De Tweede Boerenoorlog was dus een oorlog tussen de Boeren van Transvaal en de Oranje Vrijstaat enerzijds, en het Britse Rijk anderzijds. De stad Ladysmith was voor de Britten het centrale punt voor operaties in de regio Natal. De troepen van de Boeren omcirkelden de stad en bezetten Ladysmith van begin november 1899 tot het einde van februari 1900. Ongeveer 3000 Britse soldaten lieten het leven tijdens de Boeren bezetting.
Uiteindelijk resulteerde de oorlog wel in een overwinning voor het Verenigd Koninkrijk – al kostte dit zoveel inspanningen en geld dat de overwinning dezelfde uitwerking had als een nederlaag. De laatste Boeren (met de prachtige naam ‘de bittereinders’) gaven zich over in mei 1902 en de oorlog eindigde met het Verdrag van Vereeniging. Het Verdrag van Vereeniging luidde het einde in van de onafhankelijke Boerenrepublieken. De strijd had het leven gekost aan 7000 Boeren, ongeveer 28000 Boerenvrouwen en -kinderen in Britse concentratiekampen, circa 20.000 mensen van inheemse afkomst en 22.000 Britse soldaten.
Ladysmith, Nederland, 1901-1974
Tijdens de Tweede Boerenoorlog leefden veel Nederlanders mee met de Boeren in Zuid-Afrika. Zo ook aannemer Janske Bruggemann, die de Boeren met hart en ziel steunde. Janske bouwde in 1901, nabij Uitwierde ten noorden van Delfzijl, een buurtschapje met zeven huizen. Deze huisjes waren grotendeels bedoeld voor kleigravers en stonden bijna tegen de Waddendijk aan gebouwd. Janske doopte het buurtschapje Ladysmith, een naam die verwees naar de Boerenbelegering van Ladysmith in Zuid-Afrika.
In een boek over Uitwierde, stammend uit 1987, herinnert een hoogbejaarde voormalig inwoner van Ladysmith zich deze Janske als iemand die ontzettend tekeer kon gaan over de Britse troepen en hun aanvoerder Chamberlain. Janske is droevig aan zijn eind gekomen; hij is verdronken in de gracht van een nabijgelegen boerderij.
Toen Janske begon met het bouwen van Ladysmith, heette het streekje ‘Naterij’. Nu anno 2015 Ladysmith weer is verdwenen, wordt het streekje weer ‘Naterij’ genoemd. Het streekje ontleende zijn naam aan een oud perceel, dat reeds in de Franse tijd werd genoemd. Toen behoorde het toe aan ene Trien of Trijntje Naat. Het perceel en het huis dat erop stond waren dan ook bekend als ‘Trinaat’ of ‘de Naterij’. Het heeft dienst gedaan als herberg en omdat het huis tamelijk groot is, verhuurden de bewoners soms ook kamers.
Het perceel ‘de Naterij’ werd in 1901 dus plots vergezeld door een aantal nieuwe huisjes en ‘Ladysmith’ genoemd. Aangezien deze naam een tikkeltje te exotisch was voor de gemiddelde Groninger, werd het gehuchtje wat minder poëtisch ‘Laddiesmit’ genoemd. Een eindje verderop werden aan de dijk nog vier van hetzelfde soort huurhuisjes gebouwd. Die vier huisjes werden in de volksmond de ‘hoeskes onner diek’ genoemd. De huur voor de nieuwe huisjes was destijds één gulden vijftig per dag. Eens kwam het voor dat een bewoonster –een weduwe met zeven kinderen – niet de huur op kon brengen en zonder pardon het huis uit werd gezet.
Het gehucht Ladysmith en de ‘hoeskes onner diek’ werden vanaf 1966 tot en met 1974 met de grond gelijkgemaakt vanwege de aanleg van de Hogelandsterweg en de verhoging en verbreding van de zeedijk. Een deel van de oude dijk is nu nog steeds te zien.
In 1976 werd bedacht dat het nu lege gebied van Ladysmith, samen met het naastgelegen gebied Voolhok, een landschapspark met kinderspeelplaats moest worden. Voolhok is een ingepolderd stukje Eemsdelta tussen de oude zeedijk en de nieuwe Deltadijk waar bijzondere planten- en diersoorten te vinden zijn. In dat landschapspark zijn enkele ruïnes te vinden. Dit zijn geen echte overblijfselen van de huisjes van Ladysmith, maar opgemetselde muurtjes die een onderdeel vormen van het kunstproject dat in 1976 werd gerealiseerd door beeldend kunstenaar Peter van Haagen.
Ladysmith, 2015
Jammer genoeg zijn anno 2015 het landschapspark, de speelplaats en het kunstproject erg overwoekerd en is er nog maar weinig van te zien. Wat een ironie; het monument voor het verdwenen dorp Ladysmith brokkelt nu zelf af. Het wordt een beetje een spookachtige plek, bedenk ik me als ik langs het verwilderde stukje natuur loop. Afgezien het verderop gelegen gemaal dat de naam Ladysmith draagt en ervoor zorgt dat de Delfzijlsters droge voeten houden, is er straks niets meer wat ons aan Ladysmith doet herinneren.
En zo komt dit bizarre verhaal tot een einde. Het is het verhaal van een jong Spaans meisje dat verliefd werd op een Engelse officier, haar naam gaf aan de nederzetting Ladysmith in Zuid-Afrika, dat vervolgens achtergrond werd van een gruwelijke oorlog. Het is ook het verhaal van Janske Bruggemann, een fanatieke Boeren-sympathisant uit Delfzijl, en het verhaal van de arme kleigravers van ‘Laddiesmit’.
Het zonnetje glinstert in het felblauwe water. Ik sta op de dijk bij Ladysmith en denk aan Juana. Het dappere veertienjarige meisje had tijdens die vreselijke Franse bezetting en plunderingen nooit kunnen bedenken dat haar naam aan een stad in Zuid-Afrika gegeven zou worden. En niet alleen in Zuid-Afrika, maar ze gaf haar naam ook aan plaatsen in Australië, Canada en Wisconsin. En natuurlijk aan de allermooiste plek: in het noorden van de provincie Groningen.
Bronnen
Doorn, F. van, en P. Hermans. Fietsen rond de wereld in Nederland. Houten: Spectrum, 2013.
https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebied/biessumerbos/route/wandelroute-biessumerbos-en-voolhok-groningen
http://www.staatineemsdelta.nl/2536/ladysmith
http://www.voko-lichen.nl/voolhok_ladysmith/voolhok_ladysmith.html
© Sanne Meijer, 2015